ECLI:NL:RBMNE:2021:2367

Betreft Omgevingsvergunning hondenkennel Stichtse Vecht
Datum uitspraak 03-06-2021
Rechtsprekende instantie  Rechtbank
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden stedelijke ontwikkelingsprojecten, Stichtse Vecht, omgevingsvergunning
Bronnen vindplaats ECLI:NL:RBMNE:2021:2367

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Een hondenkennel voor maximaal 68 honden als nevenfunctie van een veehouderij is geen stedelijk ontwikkelingsproject als bedoeld in categorie D11.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r.

Casus

Op 11 juni 2019 heeft het college van de gemeente Stichtse Vecht aan vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een hondenkennel als nevenfunctie van de veehouderij die hij exploiteert. Bij tussenuitspraak op 13 augustus 2020 (ECLI:NL:RBMNE:2020:3268) heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld een gebrek in het besluit te herstellen: er was nog een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) van de gemeenteraad nodig. Op 3 november 2020 heeft de raad die vvgb afgegeven voor het oprichten van een hondenkennel voor maximaal 68 honden.
Volgens eisers is een milieueffectrapport vereist omdat hier sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject zoals bedoeld in kolom 1 van categorie 11.2 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

Overwegingen van de bestuursrechter
Het hangt af van de concrete omstandigheden van het geval of sprake is van een (wijziging van een) stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit m.e.r. Daarbij spelen onder meer de aard en omvang van de voorziene wijziging van de ontwikkeling een rol. Gelet op de aard en omvang van het project kan de wijziging van de bouw van het hondenkennel niet worden aangemerkt als een stedelijk ontwikkelingsproject. Het project gaat wel gepaard met enige uitbreiding van de bebouwing. Die uitbreiding is echter niet zodanig dat belangrijke milieugevolgen te verwachten zijn, gezien de situatie rondom het perceel. Op het project zijn de regels over milieueffectrapportage daarom niet van toepassing.

Uitspraak
Het beroep is gegrond omdat een vvgb ontbrak, maar dat gebrek is hersteld. De rechtsgevolgen van het besluit van 11 juni 2019 blijven in stand.

NB: Deze uitspraak werd bevestigd in hoger beroep. Zie ECLI:NL:RVS:2022:2607.