ECLI:NL:RBNNE:2019:3853
Betreft | Omgevingsvergunning drijvend zonnepark |
---|---|
Datum uitspraak | 10-09-2019 |
Rechtsprekende instantie | Rechtbank |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | zonneparken, landinrichting, warmtekrachtcentrales (WKC), Opsterland |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer LEE 18/3391 |
Conclusies voor de mer praktijk
- Een drijvend zonnepanelenpark van ongeveer 15 hectare is niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig.
Casus
Op 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opsterland een omgevingsvergunning (bouwen en afwijkend gebruik) verleend voor een drijvend zonnepark op de Lippe Gabriëlsplas te Ureterp. De vergunning voorziet in tienduizenden zonnepanelen op vier drijvende constructies op de plas. De constructies worden verankerd in de oevers. De panelen worden via stroomkabels verbonden met drie transformatorhuizen en een MS-verzamelstation op de oever. Het zonnepark is ongeveer 15 hectare groot.
Ook voorziet de vergunning in het herinrichten van de zuid- en oostzijden van de plas, onder meer door natuurvriendelijke oevers te creëren.
Doorlopen is de procedure zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, ten derde van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Appellanten voeren aan dat ten onrechte geen milieueffectrapport is opgesteld voor het bouwplan. Zij wijzen op de aanwezige natuurwaarden van het gebied.
Volgens het college is geen sprake van een warmtekrachtcentrale als bedoeld in het Besluit m.e.r. of van een landinrichtingsproject omdat geen sprake is van grootschalige ruilverkaveling.
Overwegingen van de bestuursrechter
De rechtbank oordeelt dat het bouwplan niet valt onder een van de categorieën van het Besluit m.e.r. Evenmin voorziet de provinciale regelgeving in een m.e.r.-plicht.
Uitspraak
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.