ECLI:NL:RVS:2003:AL3284

Betreft Bestemmingsplan "Laag Koningshoef" te Amsterdam
Datum uitspraak 01-10-2003
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden Amsterdam, locatiekeuze, woningbouw, stedelijke ontwikkeling
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 200202033/1

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

Projecten mogen niet worden gesplitst teneinde deelprojecten met een aantal te bouwen woningen lager dan de drempelwaarden in het Besluit-m.e.r. 1994 te verkrijgen. Vervangende nieuwbouw kan in verband met de drempelwaarde buiten beschouwing worden gelaten. Let op dat er in stedelijke vernieuwingsplannen een stadsproject ‘verstopt’ kan zitten. Hierdoor kan een mer-beoordelingsplicht ontstaan.

Casus

Het bestemmingsplan ‘Laag Koningshoef’ maakte deel uit van de vernieuwing van de hele Bijlmermeer in Amsterdam Zuid-Oost. De vernieuwing zou gefaseerd uitgevoerd worden en zou tenminste 10 jaar in beslag nemen. De vernieuwing van de Bijlmermeer omvatte onder meer de sloop van 6500 woningen en de bouw van 7450 woningen. Hierbij vindt de Afdeling dat het van belang is dat de hoogbouw zou worden vervangen door laagbouw. De Afdeling overweegt in deze uitspraak dat projecten niet mogen worden gesplitst teneinde deelprojecten met een aantal te bouwen woningen lager dan de drempelwaarden in het Besluit-m.e.r. 1994 te verkrijgen.

Uit de Nota van Toelichting bij het Besluit volgt verder dat het accent bij de besluitvorming bij het ruimtelijk beleid voor de woningbouw vooral ligt bij de ruimtelijke plannen en de lokatiekeuze op provinciaal niveau. De vervangende nieuwbouw kan in verband met de drempelwaarde buiten beschouwing worden gelaten. De drempelwaarde knoopt namelijk aan bij het aantal woningen en niet bij de uitvoering van woningen (laag- of hoogbouw). Een toename van het bebouwd oppervlak zoals in dit geval is daarom nog geen reden voor het maken van een MER. De vernieuwing van de Bijlmermeer omvat dus daadwerkelijk 950 extra woningen. Er behoefde volgens de AbRvS in dit geval dus uiteindelijk geen MER gemaakt te worden. Ook wordt nog bezien of sprake is van een stadsproject.