ECLI:NL:RVS:2008:BC1014

Betreft Bestemmingsplan “Voorlaan Kruisweg” te Bleiswijk
Datum uitspraak 02-01-2008
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden wegen, luchtkwaliteit, bestemmingsplannen, Bleiswijk
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 200608191/1

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Een weg mag als 30 km/u-zone worden aangeduid als onder meer wordt voldaan aan de eis dat iedere weg voornamelijk een verblijfsfunctie heeft. Daarvoor zijn de inrichting van de weg en het wegbeeld bepalend. Dat individuele automobilisten de voorgeschreven maximumsnelheid kunnen overschrijden, is een omstandigheid die buiten verdere beschouwing kan worden gelaten. Tegen dergelijke overschrijdingen kan immers handhavend worden opgetreden.
  • De grenswaarde voor stikstofdioxide is met ingang van 1 januari 2010 van toepassing bij wegen waarvan tenminste 40.000 motorvoertuigen per etmaal gebruik maken. Dit betekent dat in drukke verkeerssituaties de uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide pas in 2010 geldt. In andere situaties is die waarde nu al van toepassing. Ook in het kader van m.e.r. zal dit dus (onderbouwd) aan de orde moeten komen.

NB De uitspraak is gedaan onder het Besluit luchtkwaliteit 2005. Zeer waarschijnlijk is deze ook van de toepassing op de situatie van na 15 november 2007. Op die datum is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden en zijn de luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer opgenomen. Het Besluit luchtkwaliteit 2005 is op die datum vervallen.

Casus

Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe aansluiting van de Voorlaan-Kruisweg op de Nieuwe Hoefweg (N209), omdat de huidige aansluiting door de voorgenomen reconstructie van de N209 vervalt. Oorspronkelijk was deze aansluiting opgenomen in het bestemmingsplan "Nieuwe Hoefweg (N209)", maar de gemeenteraad heeft besloten deze aansluiting los te koppelen van dat bestemmingsplan. Het tracé van de nieuwe ontsluiting ligt ten noorden van de kern Kruisweg, conform het aanleg- en faseringsalternatief van het MER.

Voor de te realiseren aansluiting zijn verscheidene tracés onderzocht. De in het plan opgenomen variant kwam in het MER als voorkeur naar voren. De keuze voor de in het bestemmingsplan opgenomen variant is gebaseerd op diverse aspecten ten aanzien van de financiële uitvoerbaarheid, het verkeer, het milieu, de aanwezige ruimteclaims en ruimtegebruik en de noodzakelijke vervolgprocedures.
Onder meer wordt betoogd dat het onderzoek naar de luchtkwaliteit ondeugdelijk is. Zo wordt volgens appellanten uitgegaan van te lage verkeersintensiteiten. Daarnaast ontbreekt volgens appellanten het onderzoek naar de uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide.

Overwegingen van de bestuursrechter
Uitvoering van de weg
Een weg mag als 30 km/u-zone worden aangeduid, als onder meer wordt voldaan aan de eis dat iedere weg voornamelijk een verblijfsfunctie heeft. Daarvoor zijn de inrichting van de weg en het wegbeeld bepalend. Verweerder heeft gesteld dat de weg zal worden uitgevoerd als een 30 km/u-zone, conform de richtlijnen uit het handboek Wegontwerp. Door onder meer drempels en haaientanden wordt de maximumsnelheid van 30 km per uur afgedwongen. Dat individuele automobilisten de voorgeschreven maximumsnelheid kunnen overschrijden, is een omstandigheid die verweerder buiten verdere beschouwing heeft kunnen laten. Tegen dergelijke overschrijdingen kan immers handhavend worden opgetreden.

Luchtkwaliteit
Aan de hand van onder meer de verkeersintensiteiten zijn door middel van het CAR-II model (versie 4.0) de verwachte concentraties stikstofdioxide en zwevende deeltjes (fijn stof) berekend. Naar aanleiding van het geactualiseerde CAR-II model (versie 5.0) is een herberekening uitgevoerd. De verkeersintensiteiten zijn ten opzichte van de eerdere berekening niet veranderd. In de herberekening is de luchtverontreiniging ten gevolge van het wegverkeer op de N209 meegenomen. De stelling dat de berekeningen die zijn uitgevoerd met het geactualiseerde CAR-II model niet ter onderbouwing kunnen dienen, omdat deze versie van het CAR-II model in strijd zou zijn met Europese regelgeving, is onjuist.

Verweerder heeft zich in navolging van de gemeenteraad op het standpunt gesteld dat de uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide buiten beschouwing is gelaten. De reden hiervoor is dat deze grenswaarde uit het Besluit luchtkwaliteit slechts met ingang van 1 januari 2010 geldt voor wegen met een verkeersintensiteit van ten minste 40.000 motorvoertuigen per etmaal, hetgeen hier niet aan de orde is.

De Afdeling volgt dit standpunt niet. Op grond van het Blk 2005 dient voor stikstofdioxide als grenswaarde 200 microgram per m3 als uurgemiddelde concentratie in acht te worden genomen. Deze mag maximaal 18 maal per kalenderjaar worden overschreden. Dit is met ingang van 1 januari 2010 van toepassing bij wegen waarvan tenminste 40.000 motorvoertuigen per etmaal gebruik maken. Dit moet als volgt worden uitgelegd:
• In drukke verkeerssituaties geldt de uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide pas in 2010.
• In andere situaties is die waarde met onmiddellijke ingang van toepassing.

Er was in dit geval geen sprake van een drukke verkeerssituatie, dus had in het luchtkwaliteitonderzoek de uurgemiddelde grenswaarde stikstofdioxide berekend moeten worden. Aangezien dit in het onderzoek is nagelaten, kan de conclusie dat wordt voldaan aan het Besluit luchtkwaliteit 2005 niet worden gedragen.

Uitspraak
De beroepsgrond met betrekking tot luchtkwaliteit treft doel. Het goedkeuringsbesluit is op onzorgvuldige wijze voorbereid en genomen en daarmee in strijd met artikel 3:2 van de Awb.