Roel Sillevis Smitt
jurist en werkgroepsecretaris
Er is een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor het houden van 164.950 opfokhennen. De veehouder beschikte hiervoor al over een revisievergunning voor het houden van 120.000 opfokhennen en 15 schapen. In beroep is onder andere aangevoerd dat een m.e.r.-beoordeling plaats had moeten vinden.
Overwegingen van de bestuursrechter
Uit categorie 14 van bijlage D bij het Besluit m.e.r. 1994 volgt dat een m.e.r.-beoordeling gemaakt moet worden voor de uitbreiding van een inrichting voor het fokken van hennen, als die uitbreiding 45.000 hennen of meer behelst. In dit geval betreft de uitbreiding 44.950 hennen. De drempelwaarde wordt dus (net) niet overschreden. Gelet op het arrest van het Europese Hof van Justitie stelt de Afdeling daarnaast dat niet gebleken is dat er andere factoren zijn - zoals genoemd in bijlage III van de Europese M.e.r.-richtlijn - die ertoe leiden dat ondanks het niet overschrijden van de drempelwaarde toch een MER gemaakt had moeten worden. Het college van burgemeester en wethouders van Uden heeft terecht geconcludeerd dat er geen m.e.r. hoefde te worden doorlopen
Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond.