ECLI:NL:RVS:2010:BM7791

Betreft Golfbaan Gezandebaan
Datum uitspraak 16-06-2010
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden golfterreinen, ecologische hoofdstructuur (EHS), referentiesituatie
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 200904325/1/R3

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Als een reeds bestaande activiteit in strijd is met het vigerende bestemmingsplan en deze wordt vastgelegd in een nieuw bestemmingsplan waarvoor een MER wordt gemaakt, dan moet deze bestaande activiteit in het MER aangemerkt worden als ‘voorgenomen activiteit’.
  • Bij toepassing van de EHS-saldobenadering hoeft geen aandacht besteed te worden aan alternatieven en redenen van groot openbaar belang, zoals dit binnen het EHS ‘nee, tenzij-regime’ wel moet.

Klik hier voor projectinformatie (P1519).

Casus

De gemeenteraad van Asten heeft het bestemmingsplan “Project Gezandebaan” vastgesteld. Dit voorziet in een reeds in gebruik zijnde golfbaan van 9 holes, een uitbreiding daarvan met een volwaardige 18 holes golfbaan en de realisering van een ecologische verbindingszone. Ook bevat het plan een wijzigingsbevoegdheid voor waterberging.

In beroep is onder andere aangevoerd dat het opgestelde MER onjuist is. Het MER zou alleen gaan over de aanleg van de 18 holes golfbaan. Dit terwijl de 9 holes golfbaan ook als nieuwvestiging gezien moet worden, omdat in een eerdere uitspraak van de Afdeling (16 jan 2008, zaaknr 200704040/1) is geoordeeld dat de bestaande 9 holes-golfbaan in strijd is met het destijds vigerende bestemmingsplan.
De gemeenteraad stelt dat de bedoelde uitspraak tijdens het opstellen van het MER nog niet was gedaan, zodat in het MER is uitgegaan van nieuwvestiging van alleen de 18 holes golfbaan. De uitspraak heeft wel invloed gehad bij de effectonderzoeken die voor het bestemmingsplan zijn uitgevoerd.

Verder is in beroep aangevoerd dat 3 holes zijn gepland in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Er zou niet worden voldaan aan het EHS-beleid, omdat significante aantasting plaatsvindt, er reële alternatieven voorhanden zijn en er geen sprake is van groot openbaar belang. Daarnaast is de compensatie onvoldoende gewaarborgd.

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt dat uit de Wet milieubeheer volgt dat een MER ten minste een beschrijving van de voorgenomen activiteit moet bevatten.

Het onderhavige plan moet gezien worden als het eerste plan dat de 9 holes golfbaan vaststelt, gezien de eerdere uitspraak over het vigerende bestemmingsplan. Hier is in het MER niet van uitgegaan. Daardoor is de 9 holes golfbaan ten onrechte niet aangemerkt als onderdeel van de voorgenomen activiteit. Dit is in strijd met de Wet milieubeheer vastgesteld. Het bestemmingsplan wordt dan ook vernietigd.

Echter, de Afdeling ziet redenen om de rechtsgevolgen in stand te houden. In de rapportage “Verduidelijking milieueffecten project Gezandebaan” is namelijk beschreven wat de milieueffecten van de 9 holes golfbaan zijn. Daarbij zijn de effecten vergeleken tussen de voorheen geldende bestemming “Recreatieweide” en de voorziene bestemming “Golfaccomodatie”. Er zullen geen natuureffecten optreden en de overige milieueffecten zijn niet significant. De Commissie m.e.r. heeft in een aanvullend toetsingsadvies over deze rapportage aangegeven dat de aanvullende informatie geen aanleiding geeft om haar eerdere oordeel te wijzigen dat de essentiële informatie aanwezig is.

Wat betreft de EHS stelt de Afdeling vast dat een oppervlakte van 7,3 hectare van de Groene Hoofdstructuur wordt aangetast. Er bestaat een compensatietaakstelling van 11,3 hectare. In een realisatieovereenkomst is vastgelegd dat de initiatiefnemer deze natuurcompensatie zal realiseren. Volgens het natuurcompensatieplan wordt er nog 6,4 hectare extra natuur gerealiseerd, die niet aangemerkt is als vereiste compensatie.

Bij het plan is gebruik gemaakt van de saldobenadering uit de ‘Spelregels EHS’. Bij het ‘nee, tenzij-regime’ moet bij aantasting van de EHS nagegaan worden of er alternatieven voorhanden zijn en of er sprake is van groot openbaar belang. Uit de Spelregels volgt dat dit niet gedaan hoeft te worden als gebruik wordt gemaakt van de saldobenadering. De beroepsgrond dat ‘niet voldaan wordt aan het EHS-beleid’ faalt.

Uitspraak
Het bestemmingsplan wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen worden in stand gehouden.