ECLI:NL:RVS:2010:BM9710
Betreft | Kempisch bedrijvenpark |
---|---|
Datum uitspraak | 30-06-2010 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | bedrijventerreinen, concrete beleidsbeslissing, motorcross, milieueffectrapportage-plicht (MER-plicht), samenhang, m.e.r.-beoordeling |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 200901350/1/R3 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- In een m.e.r.-beoordeling moet rekening worden gehouden met bijlage III bij de M.e.r.-richtlijn (85/337/EEG) waarin onder meer is bepaald dat de cumulatie met andere projecten bekeken moet worden. Er kan sprake zijn van cumulatie als een omlegging van een weg (uitsluitend) voor de realisatie van een bedrijventerrein nodig is.
NB Het betreft samengevoegde zaken 200901350/1/R3, 200806151/1/R1 en 200903632/1/.
Casus
Op 30 juni 2010 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 3 uitspraken die met elkaar verband houden:
- inzake het bestemmingsplan ‘Kempisch Bedrijvenpark 2008’ zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Bladel op 11 december 2008 en het daarvoor vastgestelde exploitatieplan (200901350/1/R3);
- inzake de ‘Partiële herziening Streekplan Noord-Brabant, concrete beleidsbeslissing N284 Hapert’ zoals vastgesteld door provinciale staten op 27 juni 2008 (200806151/1/R1);
- inzake het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg’ zoals vastgesteld op 31 maart 2009 door de gemeenteraad van Eersel (200903632/1/R3).
Ad 1 Kempisch Bedrijvenpark 2008
Het bestemmingsplan ‘Kempisch Bedrijvenpark 2008’ maakt onder meer de aanleg van een regionaal bedrijventerrein met een bruto oppervlakte van ongeveer 76 hectare, de aanleg van een nieuwe aansluiting op de A67 ter hoogte van Hapert-Zuid en een nieuwe verbinding tussen deze aansluiting en de N284, woningbouw en een uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg ten zuiden van Hapert mogelijk. Het totale plangebied heeft een omvang van ongeveer 170 hectare.
In deze procedure is onder meer in beroep aangedragen dat ten onrechte geen m.e.r. is doorlopen voor het bedrijventerrein, de omlegging van de N284 en de uitbreiding van het motorcrossterrein vanwege de kenmerken van de activiteiten, de locatie waar de activiteiten plaatsvinden, de onderlinge samenhang en de belangrijke gevolgen voor het milieu.
Ad 2 Partiële herziening van het streekplan
De partiële herziening van het streekplan voorziet in een concrete beleidsbeslissing (cbb) voor de aanleg van een nieuwe aansluiting op de A67 ter hoogte van Hapert-zuid en een nieuwe verbinding tussen deze aansluiting en de N284 (tezamen ‘omlegging N284 genoemd’). Deze was nodig naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 19 december 2007 (zaaknr. 200603203/1), waarbij de oorspronkelijke cbb was vernietigd.
Appellanten betogen dat de relatie met het Kempisch Bedrijvenpark meegenomen had moeten worden in de partiële herziening. Dit achten zij noodzakelijk gezien de onlosmakelijke samenhang tussen de omlegging van de N284 en de aanleg van het bedrijvenpark.
Ad 3 Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg
Het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg’ voorziet in een ruimere geluidscontour voor het deel van het motorcrossterrein De Ketelberg dat ligt in de gemeente Eersel. Het plan is vastgesteld omdat bij het voorheen geldende bestemmingsplan geen rekening was gehouden met het organiseren van wedstrijddagen op het terrein en om de planregels af te stemmen op de voorgenomen uitbreiding ervan in de gemeente Bladel. Deze uitbreiding houdt verband met de verplaatsing van het bestaande motorcrossterrein ‘De Pan’ in Bladel dat in de weg ligt voor de ontwikkeling van het Kempisch Bedrijvenpark.
In beroep wordt aangevoerd dat de ontwikkeling van het bedrijvenpark en de daarmee verband houdende omlegging van de N284 ten onrechte niet zijn betrokken bij de beoordeling of ten behoeve van het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg’ een MER had moeten worden gemaakt.
Overwegingen van de bestuursrechter per zaak
Ad 1 Kempisch Bedrijvenpark 2008
Voor het bestemmingsplan is een m.e.r.-beoordeling gedaan omdat het plan de D-drempelwaarde voor bedrijventerreinen overschrijdt. Op basis daarvan heeft de gemeenteraad besloten dat voor het bedrijventerrein geen m.e.r.-procedure hoeft te worden doorlopen.
In de eerdere uitspraak van 18 juni 2008 over het bestemmingsplan voor dit bedrijventerrein (zaaknr. 200702330/1) had de Afdeling al geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren op grond waarvan een MER diende te worden gemaakt.
In de toelichting bij het onderhavige bestemmingsplan wordt duidelijk gemaakt dat de voorziene aanleg van een bedrijventerrein en de omlegging van de N284 in hoge mate vergelijkbaar is met het bestemmingsplan dat aan de orde was in de uitspraak van 2008. De Afdeling ziet dan ook geen aanleiding om nu een ander oordeel te vellen.
Omdat in het voorliggende bestemmingsplan, anders dan in het plan uit 2008, ook de uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg mogelijk wordt gemaakt, moet hiernaar nog wel worden gekeken. De drempelwaarde voor het maken van m.e.r.-beoordeling (D43) wordt overschreden. Na het uitvoeren van deze m.e.r.-beoordeling heeft de gemeenteraad besloten dat de uitbreiding van het motorcrossterrein niet leidt tot belangrijke nadelige gevolgen en dat dus geen m.e.r.-procedure hoeft te worden doorlopen.
In die m.e.r.-beoordeling is expliciet rekening gehouden met de eventuele cumulatie met andere projecten, zoals dit hoort gezien de criteria in bijlage III van de M.e.r.-richtlijn. In dit geval zijn dat de aanleg van het bedrijventerrein en de omlegging van de N284. Verder is onder meer gesteld dat de herinrichting en uitbreiding van het bestaande crossterrein naar verwachting niet zal leiden tot een onaanvaardbare cumulatie van effecten, omdat het motorcrossterrein De Ketelberg op relatief grote afstand van woongebieden ligt, het terrein in de huidige situatie reeds wordt gebruikt als crossterrein en er in de omgeving reeds sprake is van verstoring door de aanwezigheid van de A67. Deze conclusie over cumulatie is daarna nog eens bevestigd in het rapport "Bestemmingsplan KBP 2008 - Cumulatie van effecten". In dit rapport is geconcludeerd dat geen sprake is van een zodanige cumulatie van effecten door de (gecombineerde) aanleg van het bedrijventerrein KBP, de omlegging van de N284 en de uitbreiding van het motorcrossterrein De Ketelberg, dat alsnog sprake zou zijn van de plicht om een volledige m.e.r. uit te voeren.
De Afdeling is van oordeel dat er geen m.e.r. hoefde te worden uitgevoerd. Er is niet alleen gekeken naar de drempelwaarden die in dit geval van toepassing zijn, maar tevens is rekening gehouden met de aard, omvang of ligging van het project (met name in relatie tot de kwetsbaarheid van de omgeving) en met de mogelijke cumulatie met andere projecten. De desbetreffende beroepsgronden? zijn ongegrond.
Ad 2 Partiële herziening van het streekplan
Er is al in de eerdere uitspraak uit 2007 (zaaknr. 200603203/1) uitgemaakt dat in de cbb terecht alleen de omlegging van de N284 is opgenomen. De omlegging is namelijk ook zonder de aanleg van het bedrijvenpark noodzakelijk. Er zijn nu geen gewijzigde feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel leiden.
Ad 3 Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg
De Afdeling bestuursrechtspraak verwijst naar de uitspraak van dezelfde dag inzake ‘Kempisch Bedrijvenpark 2008’ (ad 1). Daaruit blijkt dat de samenhang wel degelijk in aanmerking is genomen bij de m.e.r.-beoordeling.
Uitspraak in alle drie de zaken
In alle uitspraken worden de beroepsgronden met betrekking tot samenhang en de m.e.r.-beoordelingsplicht ongegrond verklaard. Alle besluiten worden om andere redenen vernietigd. Wel blijven de rechtsgevolgen van de partiële herziening van het streekplan (lees: de cbb) en het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg’ geheel overeind. De rechtsgevolgen van het bestemmingsplan ‘Kempisch Bedrijvenpark 2008’ blijven grotendeels overeind. Het daaraan verbonden exploitatieplan sneuvelt in zijn geheel.