ECLI:NL:RVS:2014:178
Betreft | Bestemmingsplan Recreatiegebied it Soal Sudwest Fryslan |
---|---|
Datum uitspraak | 29-01-2014 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | drempelwaarde, maximale mogelijkheden, m.e.r.-beoordeling, Natura 2000-gebieden, passende beoordeling, plan-m.e.r., recreatiegebieden |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201301305/1/R4 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Het bestaande gebruik telt niet mee bij het beoordelen of een drempel uit kolom 2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is overschreden en of een m.e.r. moet worden doorlopen.
- De maximale planologische mogelijkheden bepalen of drempelwaarden worden overschreden.
- De maximale planologische mogelijkheden bepalen of een plan een significant gevolg kan hebben voor een Natura 2000-gebied en of een passende beoordeling en een plan-MER moeten worden opgesteld.
Casus
Op 13 december 2012 heeft de gemeenteraad van Súdwest Fryslân het bestemmingsplan “Recreatiegebied it Soal” vastgesteld. Het plan maakt een hotel met maximaal 50 kamers mogelijk, 150 appartementen met bijbehorende voorzieningen, een uitbreiding van de jachthaven met 90 ligplaatsen en een botenloods. Ook voorziet het in de herinrichting van de openbare ruimte waarbij de bestaande parkeerplaats wordt verplaatst en uitgebreid en de Suderséleane wordt verlengd en verlegd.
M.e.r.-(beoordelings)plicht
Een stichting en een vereniging (hierna: appellanten) komen op tegen het plan. Zij betogen dat een MER moest worden opgesteld. Het plan zou voorzien in de m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteit beschreven in categorie D-10.1 van het Besluit-m.e.r. Die categorie gaat onder meer over de aanleg, wijziging of uitbreiding van jachthavens, vakantiedorpen en hotelcomplexen buiten stedelijke zones en van permanente kampeer- en caravanterreinen. De drempelwaarden in kolom 2 zijn (onder meer) 250.000 bezoekers of meer per jaar of 100 ligplaatsen of meer. Appellanten stellen dat de drempelwaarden worden overschreden, nu 350 ligplaatsen worden gelegaliseerd en grote aantallen bezoekers worden verwacht.
De raad stelt dat geen sprake is van een m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteit omdat de drempelwaarden niet worden overschreden. De 350 bestaande ligplaatsen waren onder het vorige plan reeds mogelijk, zodat geen sprake is van legalisering. Direct na realisatie zal het aantal bezoekers met 99.000 toenemen. Na enkele jaren zal de toename afvlakken tot 69.000 bezoekers.
Passende beoordeling en plan-m.e.r.
Appellanten betogen dat in de natuurtoets voor het bepalen of het plan significante effecten oplevert, geen rekening is gehouden met de maximale mogelijkheden van het plan. Ten onrechte is enkel ingegaan op de gevolgen van een inrichtingsplan dat niet in het bestemmingsplan is vastgelegd. De raad heeft ter zitting erkend dat het bestemmingsplan onder andere voor het aantal kampeerplaatsen, de bouwmogelijkheden en de verlichting ruimere mogelijkheden biedt dan die waarvan de natuurtoets uitgaat.
Overwegingen van de bestuursrechter
M.e.r.-(beoordelings)plicht
Over de bestaande jachthaven (met 350 ligplaatsen) overweegt de Afdeling dat deze was voorzien in het voorheen voor de jachthaven geldende uitwerkingsplan. Het voorliggende plan voorziet dus in een uitbreiding van 90 ligplaatsen in een nieuwe deel van de jachthaven en blijft daarmee onder de drempelwaarde. De Afdeling houdt dus geen rekening met het bestaande (reeds onder het vorige plan toegestane ) deel van de jachthaven.
Wat betreft de toetsing aan de drempelwaarde van 250.000 of meer bezoekers per jaar, wijst de Afdeling erop dat de raad bij de benutting van de verblijfsrecreatie van het kampeerterrein, de jachthaven, het hotel en de appartementen niet is uitgegaan van de maximale planologische mogelijkheden. Ook heeft de raad geen rekening heeft gehouden met voorzieningen voor dagrecreatie, detailhandel, horeca en dienstverlening. De raad heeft dan ook onvoldoende inzichtelijk gemaakt of een toename van meer dan 250.000 bezoekers per jaar te verwachten is.
NB Dat het bestaande gebruik niet meetelt bij het bepalen of er een drempel uit de bijlage bij het Besluit m.e.r. is overschreden, volgt ook uit (onder meer) ABRS 11 april 2012, zaaknr. 201005158/1/T1/R2 en ABRS 24 december 2008, zaaknr. 200708283/1. In deze laatste uitspraak overweegt de Afdeling ook dat uit moet worden gegaan van hetgeen het plan maximaal mogelijk maakt bij het bepalen of de drempelwaarden worden overschreden.
Passende beoordeling en plan-m.e.r.
Het bestemmingsplan biedt ruimere mogelijkheden dan waarvan in de natuurtoets is uitgegaan. In de natuurtoets zijn de maximale mogelijkheden van het plan dan ook niet onderzocht. Hierdoor heeft de raad niet inzichtelijk gemaakt of het bestemmingsplan een significant gevolg kan hebben voor het Natura 2000-gebied en of een passende beoordeling en een (plan)MER hadden moeten worden opgesteld.
NB Dat bij de toetsing van het bestemmingsplan aan artikel 19j Nbw 1998 (inclusief de vraag of een passende beoordeling moet worden doorlopen) uit moet worden gegaan van de maximale mogelijkheden van het plan is vaste jurisprudentie. Verwezen zij (onder meer) naar ABRS 13 november 2013, zaaknr. 201112348/1/R3.
Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep van de appellanten gegrond. De Afdeling vernietigt het (gehele) vaststellingsbesluit wegens strijd met artikel 19j van de Nbw 1998 en artikel 3:2 van de Awb.