ECLI:NL:RVS:2014:3349
Betreft | Luchthavenbesluit Midden-Zeeland |
---|---|
Datum uitspraak | 02-09-2014 |
Rechtsprekende instantie | Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Voorlopige voorziening |
Trefwoorden | luchthavens, m.e.r.-beoordeling, actualiteit, geluid |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201405148/2/R1 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Als de omstandigheden na een m.e.r.-beoordeling zijn gewijzigd, moet de m.e.r.-beoordeling worden geactualiseerd.
Casus
Op 1 november 2013 hebben provinciale staten van Zeeland de verordening Luchthavenbesluit Midden-Zeeland (hierna: luchthavenbesluit) vastgesteld. Het luchthavenbesluit heeft betrekking op de luchthaven Midden-Zeeland en is genomen om te voldoen aan de Wijzigingswet Wet Luchtvaart (Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire luchthavens). Op 28 september 2012 hebben provinciale staten besloten geen MER te maken.
Verzoeker voert aan dat het luchthavenbesluit de vliegroute wijzigt waardoor vliegtuigen op kortere afstand van zijn woning mogen vliegen dan tot nu toe het geval was. Deze wijziging heeft meer geluidhinder tot gevolg. Verzoeker voert verder aan dat in de m.e.r.-beoordelingsnotitie uit 2012 geen rekening is gehouden met de gewijzigde vliegroute.
Provinciale staten stellen dat de vliegroute is gewijzigd vanwege veiligheidsrisico’s voor geplande recreatieven ontwikkelingen en een hotel aan het Veerse Meer. Zij menen dat voldoende rekening is gehouden met geluidhinder van de gewijzigde vliegroute.
Overwegingen van de bestuursrechter
De voorzitter overweegt dat in de m.e.r.-beoordelingsnotitie geen rekening is gehouden met de daarna bekend geworden gewijzigde vliegroute voor vertrekkend vliegverkeer. Door Zeeland Airport B.V. is een beperkte inschatting gemaakt van de gevolgen van de gewijzigde vliegroute voor de geluidbelasting. Daarin zijn de beoordeelde gegevens niet onderbouwd en de gevolgen voor de woning van verzoeker niet in beeld gebracht. Provinciale staten hebben in het luchthavenbesluit en ter zitting evenmin duidelijkheid kunnen geven over de gevolgen voor geluidbelasting. Gelet hierop houdt de voorzitter er rekening mee dat het beroep in de bodemprocedure gegrond is.
Uitspraak
De Voorzitter schorst bij wijze van voorlopige voorziening het luchthavenbesluit.
Op 30 september 2015 is er een defintieve uitspraak gedaan in deze zaak.