ECLI:NL:RVS:2015:2909
Betreft | Bestemmingsplan ‘Kijkduin-Ockenburgh’ |
---|---|
Datum uitspraak | 16-09-2015 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Trefwoorden | Natura 2000-gebieden, ecologische hoofdstructuur (EHS), referentiesituatie, Den Haag |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201502144/1/R6 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Activiteiten die het vorige bestemmingsplan al mogelijk maakte, maar waarvan geen gebruik is gemaakt, zijn geen onderdeel van de referentiesituatie in een milieueffectrapport. Als deze opnieuw worden bestemd, maken ze onderdeel uit van het voornemen.
- Voor het onderzoek naar de gevolgen van het plan voor Natura 2000-gebieden moet uitgegaan worden van de feitelijke situatie.
Casus
Op 18 december 2014 heeft de gemeenteraad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan ‘Kijkduin-Ockenburgh’ vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor een deel van Loosduinen. Het plan is gedeeltelijk conserverend maar biedt ook mogelijkheden voor (her)ontwikkelingen.
Appellanten komen op tegen de bestemming ‘Recreatie’ voor zover deze is toegekend aan gronden in het Natura 2000-gebied ‘Solleveld & Kapittelduinen’ en in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Volgens appellanten worden natuurwaarden onvoldoende beschermd binnen die bestemming.
Volgens de raad werden die gronden al onder meer als kampeerterrein gebruikt ten tijde van de aanwijzing van het Natura 2000-gebied. In het aanwijzingsbesluit staat daarom dat aanwezige bebouwing, erven, tuinen, etc. geen deel uitmaken van het aangewezen gebied. De gronden hebben tevens de dubbelbestemming ‘Waarde-Natuur’ gekregen, zodat aantasting van natuurwaarden wordt voorkomen.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling overweegt op basis van getoonde foto’s en kaartmateriaal dat het niet aannemelijk is dat alle gronden met zowel de bestemming ‘Recreatie’ als ‘Natuur-Waarde’ in het Natura 2000-gebied uitgezonderd zouden zijn in het aanwijzingsbesluit. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad dit onvoldoende onderzocht. Tevens heeft de raad ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van het plan voor het Natura 2000-gebied. Het plan moet worden vergeleken met de huidige, feitelijke situatie. Activiteiten die het vorige plan al mogelijk maakte – in dit geval het gebruik als kampeerterrein- maar waarvan geen gebruik is gemaakt, zijn geen onderdeel van de referentiesituatie.
Het milieueffectrapport is opgesteld om de milieueffecten van nieuwe ontwikkelingen te onderzoeken. Ten onrechte is de planologische regeling voor het vakantiecentrum Kijkduinpark binnen EHS gebied in het milieueffectrapport niet omschreven als nieuwe ontwikkeling.
Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep gegrond, en vernietigt het plandeel met de bestemming 'Recreatie’ ter plaatse van de gronden met de dubbelbestemming ‘Waarde-Natuur’.