ECLI:NL:RVS:2015:328
Betreft | Bestemmingsplan Bedrijventerrein Weesp |
---|---|
Datum uitspraak | 11-02-2015 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | planregels, bedrijventerreinen, bestemmingsplannen, Weesp |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201309154/1/R1 |
Conclusies voor de mer praktijk
- Vanwege het conserverende karakter van een bestemmingsplan mogen m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten in de planregels worden uitgesloten.
Casus
Op 27 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Weesp het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Weesp’ vastgesteld. Het plan voorziet in een actualisering van het juridisch-planologisch kader voor de bedrijventerreinen Industrieterrein Noord, Nijverheidslaan en Van Houten Industriepark.
Een appellante voert aan dat ten onrechte in de planregels is bepaald dat inrichtingen die zijn genoemd in de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. niet zijn toegestaan, met uitzondering van bestaande inrichtingen. Appellante vindt dat daardoor de gebruiksmogelijkheden van haar perceel onnodig worden beperkt.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling overweegt dat het plan conserverend van aard is en dat het redelijk is om geen nieuwe inrichtingen die zijn genoemd in onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. toe te staan binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein-3’. De gebruiksmogelijkheden van appellanten zullen niet ernstig worden beperkt. De Afdeling weegt daarbij mee dat appellante geen concrete plannen heeft om haar bedrijf zodanig uit te breiden dat het een bedrijf wordt zoals omschreven in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit m.e.r.
Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond, maar vernietigt andere delen van het vaststellingsbesluit vanwege andere beroepsgronden.