ECLI:NL:RVS:2019:2953
Betreft | Planschade Horst aan de Maas |
---|---|
Datum uitspraak | 28-08-2019 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Hoger beroep |
Trefwoorden | planschade, intensieve veehouderij, Horst aan de Maas |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201806429/1/A2 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Om te beoordelen of een besluit leidt tot planschade, kan het milieueffectrapport dat voor dat besluit is opgesteld als reële prognose worden gehanteerd.
Casus
Op 28 april 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas een tegemoetkoming in planschade afgewezen.
Appellant voert aan dat de waarde van zijn woning is gedaald als gevolg van twee projectbesluiten van 30 oktober 2012, die voorzien in het oprichten van een vleeskuikenhouderij en een bio-energiecentrale.
Overwegingen van de bestuursrechter
Het college heeft zich laten bijstaan door een adviesbureau.
Volgens het deskundigenbericht (StAB) heeft het adviesbureau bij de planvergelijking de factoren benoemd en afgewogen die tot planschade kunnen leiden, en zijn de afwegingen voldoende navolgbaar en aannemelijk. Bij de beoordeling van de schadefactoren is terecht het milieueffectrapport dat voor de projectbesluiten is opgesteld, als reële prognose gehanteerd. Dat is in overeenstemming met de jurisprudentie van de Afdeling (zie ABRvS 16 november 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU4584).
In dit geval was de schade voorzienbaar, en voor zover dat niet zo was, gaat ze naar het oordeel van de Afdeling het normale maatschappelijk risico niet te boven.
Uitspraak
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.