ECLI:NL:RVS:2021:438

Betreft Bestemmingsplan Klaprozenbuurt Amsterdam
Datum uitspraak 03-03-2021
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Tussenuitspraak - bestuurlijke lus
Trefwoorden stedelijke ontwikkelingsprojecten, vormvrije m.e.r.-beoordeling, geluid, Amsterdam, fijnstof
Bronnen vindplaats Zaaknummer 202002442/1/R1

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Als een bestemmingsplan een activiteit van de D-lijst van de bijlage bij het Besluit m.e.r. regelt, en zowel directe bouwtitels als uit te werken delen bevat, is dat plan project-m.e.r.-beoordelingsplichtig.
  • Het instemmen met een ‘aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling’ door het bevoegd gezag is geen m.e.r.-beoordelingsbesluit zoals bedoeld in artikel 7.17 van de Wet milieubeheer.
  • Als het bevoegd gezag alleen heeft ingestemd met een aanmeldnotitie en dus geen m.e.r.-beoordelingsbesluit volgens de wettelijke vereisten heeft genomen, onderzoekt de Afdeling of dat gebrek kan worden gepasseerd. Dat kan als appellant of andere belanghebbenden niet zijn benadeeld.

Casus

Op 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Klaprozenbuurt" vastgesteld. Het plan betreft de transformatie van een bedrijventerrein naar een gemengde stadsbuurt met woningen, bedrijven en voorzieningen. Het gebied is ongeveer 250.000 m². Voor een deel van het plangebied, de Klimopweg-driehoek, zijn in het plan rechtstreekse bouwtitels opgenomen. Voor het overige deel heeft het plan een conserverend karakter en wordt de herontwikkeling van het plangebied via wijzigingsbevoegdheden mogelijk gemaakt. Vanwege de geluidsbelasting door wegverkeer heeft het college van B&W van Amsterdam op 14 januari 2020 met toepassing van de Wet geluidhinder hogere geluidgrenswaarden vastgesteld voor een deel van de voorziene woningen en eventuele maatschappelijke voorzieningen.
Een van de appellanten woont in een woonboot ten westen van het plangebied. Zij is het niet eens met de conclusie van de raad dat er geen milieueffectrapport nodig is. Volgens haar leidt het plan tot belangrijke nadelige milieugevolgen omdat de toevoeging van ruim 2.100 woningen in het plangebied een verkeersaantrekkende werking heeft. Daardoor zal de geluidsbelasting op haar woonboot toenemen en de fijnstofnormen worden overschreden. Ook wijst zij er op dat de raad in strijd met artikel 2, vijfde lid, onder b, van het Besluit milieueffectrapportage het Besluit m.e.r.) geen m.e.r.-beoordelingsbesluit heeft genomen, althans dat dit niet ter inzage is gelegd.

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling constateert dat het plan voorziet in een stedelijk ontwikkelingsproject zoals bedoeld in categorie D11.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. Het bevoegd gezag moet voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan een m.e.r.-beoordelingsbesluit nemen of voor het plan een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Dit volgt uit de artikelen 7.17 en 7.19 van de Wet milieubeheer. De raad heeft dat in dit geval niet gedaan, maar bij de vaststelling van het plan ingestemd met de "Aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling Klaprozenbuurt" van 9 december 2019 van Anteagroup. Anders dan de raad heeft aangevoerd, oordeelt de Afdeling dat dit niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 7.17, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De Afdeling passeert dit gebrek, omdat appellante en andere belanghebbenden hier geen nadeel van hebben ondervonden. In de Aanmeldnotitie, waarmee de raad heeft ingestemd, wordt geconcludeerd dat er geen belangrijke nadelige milieueffecten zijn te verwachten van de in het plan voorziene transformatie van het gebied en dat er geen reden is om een m.e.r.-procedure te doorlopen. Volgens de Afdeling zijn alle milieuaspecten voldoende beoordeeld. Bij de beoordeling is uitgegaan van het totale plangebied na de volledige transformatie en zijn de potentiële milieugevolgen in kaart gebracht op basis van onderzoeken op de verschillende onderdelen. In de Aanmeldnotitie is onder meer gemotiveerd uiteengezet dat de lichte toename van het autoverkeer slechts een beperkte toename van de geluidsbelasting voor de directe omgeving met zich mee zal brengen. Ook voor de luchtkwaliteit zijn volgens de Aanmeldnotitie geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten. De berekende emissies zullen onder de grenswaarden uit de Wet milieubeheer blijven. In de Aanmeldnotitie is verder uiteengezet dat de etmaalnorm voor fijnstof weliswaar gedurende een jaar zesmaal zal worden overschreden, maar dat dit onder de grenswaarde van 35 maal per jaar ligt. De passages in de Aanmeldnotitie over de milieucontouren van bestaande bedrijven in het plangebied leiden ook niet tot het oordeel dat belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn te verwachten als gevolg van de geplande ontwikkelingen. Het gaat namelijk om de contouren van al gevestigde bedrijven in het plangebied, die niet mogelijk zijn gemaakt door dit plan. Appellante heeft niet onderbouwd waarom de beoordeling niet goed is. De raad heeft zich volgens de Afdeling op de Aanmeldnotitie mogen baseren.

Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en draagt de gemeente vanwege een andere beroepsgrond op een gebrek te herstellen.