ECLI:NL:RVS:2022:2073
Betreft | Bestemmingsplan Giethoorn Loswal Kerkweg, gemeente Steenwijkerland |
---|---|
Datum uitspraak | 20-07-2022 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | stikstof, Natura 2000-gebieden, passende beoordeling, intern salderen, mitigerende maatregelen, Steenwijkerland |
Bronnen vindplaats | ECLI:NL:RVS:2022:2073 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Intern salderen tussen twee of meer activiteiten in een plan (zoals een bestemmingsplan) mag alleen als die activiteiten samen één ruimtelijke ontwikkeling vormen. Alleen dan mag de stikstoftoename vanwege de ene activiteit in de voortoets worden weggestreept tegen de stikstofafname vanwege een andere activiteit.
- Van één ruimtelijke ontwikkeling is sprake als de betreffende activiteiten voldoende samenhangen.
- Alleen het feit dat twee activiteiten op korte afstand van elkaar in het plangebied van hetzelfde plan liggen, is onvoldoende om te spreken van één ruimtelijke ontwikkeling.
NB: Deze uitspraak is als volgt relevant voor de m.e.r.-praktijk. Bij interne saldering kan in een voortoets worden vastgesteld dat een plan geen significante gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. In de voortoets mag de stikstofafname van een activiteit volgens deze uitspraak niet worden meegenomen als mitigerende maatregel voor stikstoftoename van een andere activiteit als er onvoldoende samenhang tussen deze activiteiten is. Dit mag wel in een Passende beoordeling. Als een Passende beoordeling nodig is, is in principe ook een plan-milieueffectrapport vereist (art. 7.2a Wet milieubeheer).
Casus
Op 21 april 2020 heeft de gemeenteraad van Steenwijkerland het bestemmingsplan "Giethoorn Loswal Kerkweg" vastgesteld. Het plan voorziet in twee ontwikkelingen: de intensivering van het gebruik van de laad- en loswal door mechanisch laden en lossen toe te staan, en de functiewijziging van een molen van wonen naar kantoor. De raad wil de gasgestookte cv-installatie in de molen laten vervangen door een elektrische verwarming. De planregels bevatten daarom een verbod op het gebruiken van gebouwen met daarin een verwarmingsinstallatie die stikstof uitstoot. De stikstofuitstoot die daarmee vervalt wil ze bij wijze van interne saldering in mindering brengen op de stikstofuitstoot vanwege de intensivering van de laad- en loswal. Dit staat beschreven in een ‘voortoets’ (Wet natuurbescherming).
Volgens appellanten mag de voortoets niet aan het plan ten grondslag worden gelegd. Zij voeren aan dat de vervanging van de gasgestookte cv-installatie een mitigerende maatregel is, die alleen in een Passende beoordeling meegenomen mag worden.
Overwegingen van de bestuursrechter
De laad- en loswal en de molen liggen op korte afstand van elkaar. Dit is op zichzelf onvoldoende om te spreken van één ruimtelijke ontwikkeling. Daarvoor is het nodig dat er een ruimtelijke samenhang is tussen beide ontwikkelingen. Dat is hier niet het geval: de wijziging van de woonfunctie naar een kantoorfunctie in de molen hangt niet ruimtelijk samen met de laad- en loswal. Ze vormen twee afzonderlijke ruimtelijke ontwikkelingen. Het uitschakelen van de gasgestookte cv-ketel in de molen is daarom een mitigerende maatregel voor het intensiveren van de laad- en loswal. Deze maatregel is ten onrechte in de voortoets betrokken bij het vaststellen van de stikstofuitstoot van de laad- en loswal. Intern salderen hiermee is niet mogelijk.
Uitspraak
Het beroep is gegrond. De Afdeling vernietigt het bestemmingsplan.