1610. SMB: Stedelijke Ontwikkelingen Breda-oost
Twee structuurplannen als aanzet voor stedelijke ontwikkelingen in het gebied Breda-oost, gelegen tussen de snelwegen A27 en A58, de spoorbaan ten noorden van de provinciale weg N282 en de oostelijke gemeentegrens langs Dorst en Molenschot.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
26-01-2005 Datum kennisgeving |
26-01-2005 Ter inzage legging van de informatie |
Toetsing |
01-06-2005 Kennisgeving MER |
01-06-2005 Ter inzage legging MER |
14-07-2005 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsing |
Opmerkingen bij de advisering
De structuurplannen richten zich op woningbouw, bedrijventerreinen, een evenementencentrum en Park Minervum (bestaande uit een gecombineerd werk- en recreatiegebied met o.a. een indoor skibaan, een golfcentrum en een helihaven). Het milieurapport hiervoor op grond van de SMB is geïntegreerd in de startnotitie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) voor woningbouw en bedrijventerreinen bij Bavel-zuid en Lijndonk-Tervoort.
De Commissie is gevraagd dit milieurapport te beoordelen. Zij had niet geadviseerd over de reikwijdte en het detailniveau voor het milieurapport.
In haar beoordelingsadvies markeert de Commissie de volgende punten:
- De bandbreedte voor strategische keuzen is beperkt, doordat de planvorming voor een groot deel van het SMB-gebied al ver gevorderd is. De Commissie meent dat SMB – ofschoon dat toen nog niet formeel verplicht was – beter voorafgaand aan strategische keuzen over de streekplanuitwerking voor de regio Tilburg-Breda had kunnen plaatsvinden, om die keuzen op dat moment met onderbouwde (milieu)informatie te voeden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verstedelijkingsopgave in een groter verband.
- De kern van het milieurapport omhelst de verkenning van mogelijke alternatieven voor de verstedelijkingsopgave, de effectbeoordeling en onderlinge vergelijking van alternatieven. Er ontbreekt een overzichtelijke tabel waaruit in één oogopslag duidelijk wordt hoe de alternatieven per (milieu)thema scoren, zo nodig aangevuld met een korte uitleg over hoe de beoordeling tot stand kwam.
- Berging van water in het bovenstroomse deel van de Gilzewouwerbeek en de Molenleij hoeft niet noodzakelijkerwijs tot een vermindering van de wateroverlast voor Breda te leiden, hetgeen het milieurapport suggereert. Bepalend voor het mogelijk optreden van wateroverlast in Breda is of de piekafvoeren van Mark, Aa of Weerijs en Gilzewouwerbeek/Molenleij al dan niet samenvallen in de tijd. Daarover geeft het milieurapport geen informatie. In het MER voor woningbouw en bedrijventerreinen bij Bavel-zuid en Lijndonk-Tervoort dat volgt op de SMB dient een dergelijke analyse alsnog plaats te vinden.
- Bij de beoordeling van de (milieu)effecten van de toekomstige verkeersituatie is het een vereiste dat een goede verkeersprognose wordt opgesteld. In het milieurapport wordt weliswaar een raming van de verkeersproductie gegeven, maar het is niet duidelijk waar die op is gebaseerd. Bovendien ontbreekt in de prognoses de verkeersproductie van de toekomstige bedrijventerreinen De globale berekeningen acht de Commissie te summier om een goed beeld te krijgen van de toekomstige verkeerssituatie. Zij raadt aan om met het beschikbare verkeersmodel een beter inzicht te geven. De verkeersaspecten dienen derhalve in de komende MER’en nader uitgewerkt te worden. De Commissie wijst daarbij op het risico van sluipverkeer en de belasting van de rijkswegen, waar de kans op files mogelijk toeneemt.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Hans Huizer |
drs. Jacques Leemans |
ir. Eric Mackay |
ing. Ben Peters |
ir. Anne Wijbenga |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: ir. Frans Dotinga
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Breda |
Bevoegd gezag |
---|
Breda |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007 | Plan-m.e.r. |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007