2241. Uitbreiding aardgasbuffer in Zuidwending, provincie Groningen
Gasunie en de Nuon willen zes zoutcavernes in gebruik nemen als buffer voor het opslaan en weer snel terug kunnen leveren van aardgas. Ten behoeve van de besluitvorming over de daartoe benodigde nieuwe Wm-vergunningen is door Gasunie en Nuon gezamenlijk een MER opgesteld. Het Ministerie van Economische Zaken is bevoegd gezag voor deze m.e.r.-procedure. De Commissie heeft dit MER beschouwd als een besluit-MER ten behoeve van de besluitvorming over de Wm-vergunningen. Het kan zijn, dat voor de wijziging van het be-stemmingsplan, ook nog een aparte plan-m.e.r.-procedure nodig is.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
13-03-2009 Adviesaanvraag |
24-03-2009 Datum kennisgeving |
24-03-2009 Ter inzage legging van de informatie |
11-06-2009 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
03-05-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
18-05-2010 Kennisgeving MER |
18-05-2010 Ter inzage legging MER |
Toetsing aanvulling op het MER |
30-08-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
01-10-2010 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Richtlijnenadvies
De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport:
- een onderzoek naar alternatieven voor de wijze van gasbehandelings- en compressie met name gericht op een maximale energie-integratie en minimaal energieverbruik;
- de kans, frequentie, omvang en intensiteit van het optreden van (eventuele) aardschokken en bodembewegingen als gevolg van de hogere druk, grotere omvang en grotere diepte van de cavernes van fase II en de mogelijke gevolgen daarvan voor de (bebouwde) omgeving en de integriteit van de cavernes;
- een beschrijving van de geactualiseerde effecten en monitoringsprogramma voor bodemdaling, bodemtrillingen en waterhuishouding;
- het plaatsgebonden- en groepsrisico van de installaties, de leidingen en het transport;
- de milieugevolgen van het eventuele lozen van overtollige pekel op de Dollard.
Toetsing MER
Tijdens de toetsing heeft een gesprek plaats gevonden tussen de Commissie m.e.r., het bevoegd gezag en de initiatiefnemer. Daar heeft de Commissie kenbaar gemaakt dat het MER naar haar oordeel op het onderdeel veiligheid onvolledig is en daardoor geen juist beeld geeft. Naar aanleiding daarvan hebben Gasunie en Nuon een nieuw veiligheidsrapport aangeleverd.
De aanvulling bevat nieuwe gegevens, maar er ontbreekt ook nog informatie:
- hoe aannames tot stand zijn komen en wat dit betekent voor de risicocontouren, het groepsrisico en waar in de omgeving nog veiligheidsrisico’s kunnen optreden, het in-vloedsgebied. Het invloedsgebied moet gebaseerd worden op de scenario’s met de grootste effectafstanden;
- bij onzekerheden over uitgangspunten en invoerwaarden een benadering die leidt tot de hogere, behoudend geschatte, risico’s als onderbouwing van de veiligheid van het voor-nemen.
Daarom is het externe veiligheidsrisico voor de omgeving nog niet inzichtelijk.
De Commissie is daarom van oordeel dat nog niet alle essentiële informatie voor besluitvorming over de Wm-vergunning in het MER aanwezig is.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ing. Wim Been |
dr. Maarten Jan Brolsma |
ir. Robert (Rob) Geerts |
Hans J.A. van Leeuwen, BSc |
Voorzitter: prof. dr. Frans Saris
Werkgroepsecretaris: drs. Willemijn Smal
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Nuon Storage B.V. |
N.V. Nederlandse Gasunie |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Groningen
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
D17.2 | tot 1-4-2011: Diepboringen behalve voor stabiliteits-, of archeologisch onderzoek, of opsporing |
D25.2 | tot 1-4-2011: Aardgas: inrichting voor op- en overslag >=100.000m3 |
Bijgewerkt op: 02 sep 2021