Zie tevens beschrijving projecten nrs. 275 en 242.
Hoofdpunten uit het advies
In het richtlijnenadvies stelde de Commissie, dat het tijdstip van het goedkeuringsbesluit van het tracé door het bevoegd gezag in een eerder stadium van de planologische procedure zou hebben dienen te vallen om tracéalternatieven verantwoord te kunnen afwegen. Ook bij eerdere gelijksoortige m.e.r.-plichtige projecten is een volwaardige afweging van tracéalternatieven niet mogelijk geweest. Bij het onderhavige project is het tracé van te voren reeds vastgelegd in het streekplan door een partiële herziening. De Commissie was van mening dat een afdoende oplossing voor dit probleem gezocht dient te worden. Voorts vroeg de Commissie op basis van betrouwbare gegevens een duidelijk inzicht te geven in de technische en financiële realiteitswaarde van uitvoeringsalternatieven, om te voorkomen dat alternatieven op basis van globaal aangegeven argumenten vroegtijdig afvallen. De Commissie achtte het van belang het uitvoeringsalternatief van de combinatie van de bestaande 220 kV-hoogspanningslijn en de nieuwe 380 kV-hoogspanningslijn op één mast volwaardig mee te nemen.
In haar aanbiedingsbrief bij het toetsingsadvies constateerde de Commissie, dat in het recentelijk bekend gemaakte Voorontwerp Herziening Besluit m.e.r. de m.e.r-plicht voor categorie 24 in bijlage C wordt gekoppeld aan het besluit tot herziening van het streekplan. Op die manier wordt voor komende projecten een zinvolle afweging van tracéalternatieven mogelijk gemaakt. Aangetekend wordt, dat de in de Nota van Toelichting bij categorie 24 van dit Voorontwerp vermelde tracélengte van één kilometer buiten het gevoelige gebied naar de mening van de Commissie in bepaalde gevallen ontoereikend is om zinvolle tracéalternatieven te ontwerpen.
In augustus 1997 werd bekend, dat de 220kV-lijn tussen Zwolle en Eemshaven (120 masten) gesloopt zou worden, omdat deze na de aanleg van de 380kV-verbinding overbodig geworden was.