3622. Circulair Materialenplan

Het huidig Landelijk Afvalbeheerplan geldt tot eind 2025. De minister moet nu een volgend plan vaststellen, het Circulair Materialenplan. Dit bevat een overzicht van het afvalstoffenbeleid, stelt toetsingskaders voor de vergunningverlening en toezicht. Het verbreedt de informatievoorziening naar de voorkant van de keten ten opzichte van het LAP. Het CMP levert een bijdrage aan de Nederlandse ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn. Het CMP is volgens de schrijvers een groeimodel dat voortdurend zal blijven ontwikkelen. Voordat de staatssecretaris besluit over het plan zijn de milieugevolgen van enkele kaderstellende en ten opzichte van het LAP nieuwe onderwerpen onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
19-11-2021 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
04-10-2022 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
02-04-2024 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
10-04-2025 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Het CMP is een ingewikkeld en groot plan en geeft een nieuwe richting aan materialen- en afvalstoffenbeheer. Het is voor een goed begrip extra belangrijk om goed uit te leggen welke plek het plan in het beleid voor de circulaire economie heeft en wat de samenhang hiermee is. Omdat er bewust voor is gekozen om alleen kaderstellende en nieuwe onderwerpen uit te werken en niet de effecten van het hele plan te beschrijven geeft het milieueffectrapport geen inzicht in hoe verschillende beleidskeuzes op elkaar inwerken en hoe milieueffecten optellen. Ook ontbreekt een overzicht van de planning van de volgende stappen in het CMP en hoe het milieubelang daarin blijvend wordt meegewogen.
De reikwijdte van het milieueffectrapport is te smal gekozen, concludeert de Commissie in haar advies. De Commissie adviseert de milieueffecten van het hele plan alsnog in beeld te brengen en dit ook in nieuwe ontwikkelingen van het CMP te betrekken. Een goede agenda en planning voor zijn daarbij essentieel.
Ook is de kwaliteit van het milieueffectrapport in zijn algemeenheid niet goed genoeg. De informatie is vaak onvolledig en beschrijvingen zijn te kwalitatief. Dit geldt bijvoorbeeld voor de beschrijving van de doelen en ambities en voor gezondheidsrisico’s. Ook bevat het MER over verschillende onderwerpen, zoals hout, plastic verpakkingen en beton onjuiste informatie. Dit maakt het onmogelijk om de resultaten goed te duiden. Het MER biedt volgens de Commissie daarom geen goede basis voor de besluitvorming over het CMP1.

Advies reikwijdte en detailniveau
Het plan is een belangrijke schakel voor het volledig circulair maken van de Nederlandse economie. Geef in het milieueffectrapport aan welke plek het CMP1 in het Nederlandse milieubeleid inneemt en beschrijf helder wat het plan wel én juist niet behandelt. Dit voorkomt dat er onduidelijkheid over de rolverdeling ontstaat en dat belangrijke milieuonderdelen uiteindelijk niet worden uitgewerkt.
Ook adviseert de Commissie om te onderzoeken welke milieu- en omgevingsgevolgen circulair materialenbeheer heeft. Werk bijvoorbeeld toekomstige materiaalketenplannen uit die bijdragen aan de circulariteitsdoelen.
Ten slotte adviseert de Commissie om realistische alternatieven uit te werken binnen het afvalbeleid en van verschillende manieren van afvalverwerking. Breng hiervan de milieugevolgen in kaart.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Geert Bergsma
ir. Lidwien Besselink
ir. Arjen Brinkmann
ing. Cor Coenrady
mr. dr. Annelies Freriks
ir. Paul van Vugt
dr. Fred Woudenberg

Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: drs. Tjeerd Gorter

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Overige gegevens

Gebied: niet provinciaal ingedeeld gebied


Bijgewerkt op: 10 apr 2025