De gemeente Eindhoven werkt aan de ‘Omgevingsvisie 2.0’, als opvolger van de in 2020 vastgestelde omgevingsvisie ‘Eindhoven, kloppend hart van Brainport’. Daarmee legt de gemeente de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving vast. Voordat de gemeenteraad besluit over de omgevingsvisie, worden de effecten onderzocht in een omgevingseffectrapport. Dit rapport laat naast de milieueffecten ook de sociale en economische effecten zien van de omgevingsvisie.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsingsadvies
Het rapport toont aan dat samenhangend beleid over vele ontwikkelingen in de stad cruciaal is om doelen van de gemeente voor wonen, werken, groen en voorzieningen te halen. Zo kan het snel ontwikkelen van grote aantallen woningen en werklocaties conflicteren met andere opgaven, zoals mobiliteit, natuur, water en een gezonde leefomgeving. Voor het realiseren van alle opgaven is veel ruimte nodig.
Het rapport laat volgens de Commissie nog onvoldoende zien hoe groot de risico’s zijn van deze druk op de ruimte. Daar komt bij dat de gemeente Eindhoven voor een deel afhankelijk is van onzekere ontwikkelingen in de omgeving. Bijvoorbeeld de economische ontwikkeling van de Brainportregio, ontwikkelingen in buurgemeentes, uitbreiding van infrastructuur en energievoorziening. De Commissie adviseert om een uitgebreidere risicoanalyse te doen, voordat een besluit wordt genomen over de omgevingsvisie. Dat geeft de gemeenteraad de informatie die nodig is om te beoordelen of de ambities uit de omgevingsvisie haalbaar zijn.
Advies reikwijdte en detailniveau
De gemeente onderzoekt varianten voor de concentratie of spreiding van woningen en arbeidsplaatsen binnen de gemeente. De Commissie adviseert om eerst de ambities van de gemeente, bijvoorbeeld voor economie, gezonde leefomgeving, mobiliteit en groen, concreet te maken. Gebruik in het rapport herkenbare beoordelingscriteria die specifiek zijn voor Eindhoven, zegt de Commissie. Dit is nodig om te beoordelen of de onderzoeksvarianten haalbaar zijn en of ze strijdig zijn met andere doelen van de gemeente. Denk dan bijvoorbeeld aan opgaven voor bereikbaarheid, energietransitie, bodem en water, klimaatadaptatie en gezonde en sociale wijken. Deze informatie is van belang voor de keuzes die de omgevingsvisie voor de gehele fysieke leefomgeving moet maken.