968. Uitbreiding thermische verwerking en bouw scheidingsinstallatie AVR Rozenburg
Uitbreiding van de thermische capaciteit met ca. 600.000 ton/j integraal afval door N.V. AVR Afvalverwerking op de locatie Rozenburg
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
05-08-1998 Datum kennisgeving |
05-08-1998 Ter inzage legging van de informatie |
14-05-1999 Advies uitgebracht |
Richtlijnen a |
06-12-2000 Datum kennisgeving |
06-12-2000 Ter inzage legging van de informatie |
29-01-2001 Advies uitgebracht |
advies voor richtlijnen |
Richtlijnen b |
14-08-2002 Datum kennisgeving |
14-08-2002 Ter inzage legging van de informatie |
11-10-2002 Advies uitgebracht |
advies voor richtlijnen |
Toetsing b |
21-04-2004 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
17-05-2004 Kennisgeving MER |
17-05-2004 Ter inzage legging MER |
29-06-2004 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Bij aanvang was het project gericht op uitbreiding van thermische verwerkingscapaciteit met 200.000 ton/j. Het eerste advies voor richtlijnen pleitte er o.a. voor om andere technieken met een hogere energie efficiency dan verbrandingstechnieken in een vergelijking op beleidsniveau mee te nemen. De provincie heeft dit advies niet overgenomen en in de richtlijnen gesteld dat de vergelijking zich kon beperken tot thermische verwerkingstechnieken, te weten een roosteroven en een wervelbedoven. Tussentijds is gemeld dat de capaciteit met 300.000 ton/jaar zou uitbreiden in plaats van 200.000 ton/jaar. In het 1e aanvullende richtlijnenadvies heeft de Commissie aangegeven dat de grotere ontwerpcapaciteit voor haar geen aanleiding was om haar oorspronkelijke advies te herzien. Recent is het voornemen van de AVR opnieuw gewijzigd in de zin dat zij nu voornemens is extra thermische verwerkingscapaciteit te creëren voor 600.000 ton/jaar door de oprichting van een (watergekoelde) roosteroven met een thermische capaciteit van 200MWth. Het 2e aanvullende richtlijnenadvies stelt dat de in 2001 (opnieuw) vastgestelde richtlijnen ook nu nog voldoen. Een vergroting van de te verwerken afvalstroom zal namelijk geen andere type milieueffecten met zich meebrengen dan waar naar in de richtlijnen van juli 2001 al is gevraagd. Het advies benadrukt dat combinatie van scheiding van afvalstromen met verbranding in een wervelbedoven een reële optie is met milieuvoordelen. De Commissie concludeert in haar toetsingsadvies dat het MER voldoende informatie biedt. Zij constateert dat door o.a. de tussentijdse wijziging van de te verwerken afvalstroom (laagcalorisch in plaats van hoogcalorisch) en de beperkte praktijkervaringen met wervelbedovens tot nu toe, in het MER terecht is volstaan met een globale vergelijking tussen wervelbedoven en een verbeterde roosteroven.Het advies bevat een aanbeveling om op twee punten bij de besluitvorming nadere informatie te geven, namelijk over de huidige concentraties van enkele stoffen in de lucht en de achtergrond van de gehanteerde normstelling voor kwik van 70 nanogram/m3.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
dr. Mark Beekes |
ir. Boonzaaijer |
ing. Albert Dragt |
dr. Arnold Tukker |
Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: ir. Veronica ten Holder
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
N.V. AVR Afvalverwerking |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Rijkswaterstaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C18.2 | tot 1-4-2011: Oprichten inrichting voor gevaarlijk afval: verbranden, chemisch behandelen, storten of in de ondergrond brengen |
C18.4 | tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval: verbranden of chemisch behandelen van >= 100ton per dag |
Bijgewerkt op: 12 feb 2008