ECLI:NL:RVS:2023:1299

Betreft Tracébesluit ViA15
Datum uitspraak 05-04-2023
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden wegen, Arnhem, Nijmegen, tracébesluit, stikstofdepositie, Natura 2000-gebieden
Bronnen vindplaats ECLI:NL:RVS:2023:1299

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • De toepassing van AERIUS Calculator voor stikstofberekeningen voor plannen en projecten mag op dit moment worden begrensd tot een afstand van 25 kilometer van de emissiebron. Stikstofdeposities buiten 25 kilometer hoeven niet betrokken te worden in een voortoets of Passende beoordeling van een plan of project.
  • Stikstofdeposities buiten de 25 km worden onderdeel van de totale ‘stikstofdeken’ in Nederland. De overheid is verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen voor het behoud of het voorkomen van verslechtering in Natura 2000-gebieden als gevolg van die stikstofdeken.

Casus

Op 24 februari 2017 heeft de minister het tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) vastgesteld voor het wegenproject ViA15 (het ‘TB2017’). Dit project bestaat onder andere uit het verbreden van delen van de A12 en A15 en het doortrekken van de A15 vanaf knooppunt Ressen tot de nieuwe aansluiting op de A12 tussen Duiven en Zevenaar.
In deze uitspraak geeft de Afdeling een oordeel over de rekenafstand van 25 km voor de berekening van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Ook oordeelt ze over het gebruik van het rekenmodel (SRM2+ genoemd) voor depositieberekeningen voor wegverkeer.

Tussenuitspraak 20 januari 2021
Deze uitspraak is een vervolg op de tussenuitspraak van 20 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:105). In die tussenuitspraak overwoog de Afdeling onder meer dat de rekenafstand van 5 kilometer (km) die is toegepast bij de stikstofberekening voor de ViA15 niet voldoende is gemotiveerd. Die rekenafstand werd destijds in AERIUS Calculator toegepast voor wegverkeer. Voor andere emissiebronnen rekende AERIUS Calculator met het rekenmodel ‘OPS’ dat geen rekenafstand kent.

Invoering rekenafstand van 25km na de tussenuitspraak
Na de tussenuitspraak heeft het kabinet besloten om voor wegverkeer en alle andere stikstofbronnen een rekenafstand van 25 km aan te houden. Die rekenafstand heeft de minister toegepast bij de stikstofberekeningen voor het nieuwe tracébesluit (het ‘TB2021’). De minister heeft de stikstofberekeningen uitgevoerd met de rekenmodellen SRM2+ (tot 5 km) en OPS (5-25 km). De rekenafstand is vanaf 20 januari 2022 ook geïmplementeerd in AERIUS Calculator 2021. Het oordeel van de Afdeling over de rekenafstand is daarom niet alleen van belang voor het TB2021, maar ook voor andere plannen en projecten.

Overwegingen van de bestuursrechter
Stikstofdepositie binnen 25 km van de bron
De Afdeling concludeert dat de minister de rekenafstand van 25 km mocht toepassen. De minister heeft goed gemotiveerd dat 25 km de grens is waarbinnen met het rekenmodel OPS nog wetenschappelijk betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over de depositie van een individuele bron. Dit baseerde de minister op rapporten van het RIVM, TNO en een expertoordeel. De minister kon op basis van die rapporten concluderen dat een berekende depositiebijdrage van een project op een detailniveau van een hectare op meer dan 25 km van de emissiebron niet meer redelijkerwijs toerekenbaar is aan het project. De toepassing van een rekenafstand die gebaseerd is op de beste wetenschappelijke kennis vindt de Afdeling niet in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn.

Stikstofdeposities buiten 25 km van de bron
Deposities die buiten 25 km plaatsvinden zijn onderdeel van de totale depositie in Nederland. De overheid is verantwoordelijk voor het treffen van instandhoudings- of passende maatregelen voor het behoud of het voorkomen van verslechtering van de kwaliteit van habitattypen en leefgebieden van soorten als gevolg van de totale deposities. Dat zijn verplichtingen die voortvloeien uit artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn. De overheid moet daar invulling aan geven. De Wet natuurbescherming biedt daarvoor verschillende instrumenten.
De deposities buiten 25 km worden door de rekenafstand dus niet betrokken in een voortoets of passende beoordeling van een plan of project en worden ook niet op een andere wijze bij de verlening van een toestemming voor een plan of project betrokken.
De vraag of de bevoegde bestuursorganen met de juiste maatregelen en tijdig invulling geven aan de verplichting om instandhoudings- en passende maatregelen te treffen in relatie tot de totale depositiebijdrage in een Natura 2000-gebied is bij een besluit waarbij toestemming wordt verleend voor een plan of project niet aan de orde.

Toepassing SRM2+ voor wegverkeer
De Afdeling komt in deze uitspraak verder tot de conclusie dat de minister de stikstofberekeningen voor wegverkeer mocht uitvoeren met de versie van SRM2+ die ten tijde van het TB2021 gold. De minister heeft onder verwijzing naar notities en rapporten van het RIVM en TNO goed gemotiveerd dat die versie van SRM2+ is gebaseerd op de beste wetenschappelijke kennis. Toen het TB2021 werd vastgesteld, werd door het RIVM weliswaar onderkend dat de toepassing van de depositiesnelheid in SRM2+ verbetering behoefte. Daar werd ook onderzoek gedaan. De minister hoefde daarin echter geen concrete aanwijzingen te zien om te twijfelen aan de geschiktheid van de versie van SRM2+ die voor het TB2021 is gebruikt.

Uitspraak
Het beroep van een aantal appellanten is hiermee ongegrond. De behandeling van een aantal andere beroepen wordt nader voortgezet.