1650. Bio-energiecentrales Metal Park te Delfzijl (Evelop)

Het voornemen betreft het bouwen en in bedrijf nemen van twee bio-energiecentrales van elk 50 MWe op bedrijventerrein Metal Park in Delfzijl. Elke bio-energiecentrale zal jaarlijks tussen de 300.000 en 400.000 ton biomassa verwerken. Eén bio massacentrale zal uitsluitend relatief schone biomassa van de zogeheten witte lijst stoken verwerken, de andere met name biomassa van de gele lijst (met onder andere bouw- en sloopafval). Allereerst zal een Wm-vergunning worden aangevraagd met daarin opgenomen alleen de stook van niet-afval (pellets, schone snoeihoutchips) in de eerste bio-energiecentrale. Hierbij hoort ook een Wvo-vergunningsaanveraag voor de inname en lozing van koelwater. Voor deze vergunningen is er geen m.e.r.-plicht. Het MER wordt opgesteld voor de Wm-veranderingsvergunning waarmee het brandstofpakket voor de eerste centrale wordt uitgebreid met andere biomassa van de witte lijst (wél afval) en waarmee tevens de tweede bio-energiecentrale wordt opgericht. Mogelijk zijn dan vanwege de overige afvalwaterstromen ook aanvullingen op de Wvo-vergunning nodig.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
28-09-2005 Datum kennisgeving
28-09-2005 Ter inzage legging van de informatie
24-11-2005 Advies uitgebracht
Richtlijnen
Toetsing
06-06-2006 Kennisgeving MER
06-06-2006 Ter inzage legging MER
Aanvulling
06-06-2006 Kennisgeving MER
06-06-2006 Ter inzage legging MER
28-09-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing a

Opmerkingen bij de advisering

De Commissie benoemde in haar richtlijnenadvies de volgende punten als essentiële informatie in het MER:

  • de te verwerken biomassastromen (aard en samenstelling);
  • toetsing van het installatieontwerp aan de IPPC-richtlijn;
  • kwantitatief inzicht in de emissies naar de lucht;
  • berekening van de primaire energiebesparing en de CO2-emissiereductie;
  • de samenvatting.

Het richtlijnadvies is ongewijzigd overgenomen in de vastgestelde richtlijnen.

Toetsing

In het gepubliceerde MER constateerde de Commissie de volgende essentiële tekortkomingen:

  • het ontbreken van een berekening van de cumulatie van milieueffecten;
  • het ontbreken van een passende beoordeling;
  • onvolledigheid van het Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA).

Er is door de initiatiefnemer een aanvulling op het MER gemaakt. Met deze aanvulling op het MER heeft de Commissie een positief toetsingsadvies afgegeven (2006). De belangrijkste aanbeveling uit het toetsingsadvies is om rekening te houden met het feit dat zonder het aanbrengen van voorzieningen als een viszeef en geluiddempers op de noodventielen negatieve effecten op de instandhoudingdoelen van het Natura 2000-gebied de Waddenzee niet uit te sluiten zijn.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Cor Coenrady
ir. Huub Stassen
ing. Rob Vogel

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Coen Balduk

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Evelop BV

Bevoegd gezag
Groningen
Waterschap Hunze en Aa's
Rijkswaterstaat

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Groningen


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C18.4 tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval: verbranden of chemisch behandelen van >= 100ton per dag

Bijgewerkt op: 10 jul 2018