1828. Bedrijventerrein Beekbergsebroek & Biezematen, gemeente Apeldoorn

Voornemen 2006De gemeente Apeldoorn heeft het voornemen om een regionaal bedrijventerrein Beekbergsebroek en Biezematen te ontwikkelen. De planningsopgave voor het terrein betreft 160 hectare netto uitgeefbaar terrein.  Gewijzigd voornemen 2008In 2008 is bovengenoemd voornemen uitgebreid met het stadion van de voetbalvereniging AGOVV en het aanverwante commerciële programma. Daarnaast is de ruimtebehoefte van het bedrijventerrein verminderd van 160 hectare naar 110 netto uitgeefbaar terrein. Voornemen MER 2010Het voornemen voor het bedrijventterein op de locaties Biezematen en Beekbergsebroek zoals opgenomen in het MER omvat alleen het bedrijventerrein. Het gaat om 105 netto hectare uitgeefbaar terrein, te ontwikkelen in drie logische opeenvolgende (en zelfstandig af te ronden) fasen. Het stadion en aanverwante commerciële programma (waarvoor in 2008 een aanvullend richtlijnenadvies is opgesteld) maakt geen onderdeel uit van het voornemen. 

Procedure en adviezen

Richtlijnen
16-10-2006 Datum kennisgeving
16-10-2006 Ter inzage legging van de informatie
18-12-2006 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Aanvullende richtlijnen
28-05-2008 Datum kennisgeving
28-05-2008 Ter inzage legging van de informatie
03-06-2008 Adviesaanvraag
22-07-2008 Advies uitgebracht
Aanvullend richtlijnenadvies
Toetsing
15-04-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
15-04-2010 Kennisgeving MER
15-04-2010 Ter inzage legging MER
25-11-2010 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Richtlijnenadvies (dec. 2006)
De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport:

  • Onderbouwing programma (nut en noodzaak). Aan de hand van de meest recente gegevens moeten nut en noodzaak voor het initiatief worden onderbouwd.
  • Begrenzings-, benuttings- en faseringsvarianten. Aan de hand van de onderbouwing van het programma dienen de mogelijkheden en keuzen voor de begrenzing, benutting en fasering inzichtelijk te worden gemaakt.
  • Meest milieuvriendelijk alternatief (mma) en voorkeursalternatief (vka). Het mma moet doelgericht ontwikkeld worden, waarbij een optimale afweging gemaakt moet worden uit de milieuvriendelijke varianten, inrichtingskeuzen en mitigerende maatregelen. De afwegingen en motiveringen om onderdelen van het mma wel of niet op te nemen in het vka moeten helder gepresenteerd worden.
  • Verkeer (ontsluiting en afgeleide effecten). Het MER dient een duidelijke beschrijving te bevatten van de consequenties van de plannen voor de bestaande verkeersstructuur en de gevolgen voor de verkeersintensiteiten op de wegen en kruispunten.Het thema water dient in het MER gestructureerd opgenomen en uitgewerkt te worden en per deelaspect uitgewerkt te worden. Vervolgens dienen de effecten en de te treffen maatregelen in relatie tot de aspecten bodem en natuur (-ontwikkeling) in beeld gebracht te worden.
  • Water, bodem en natuur. Het thema water dient in het MER gestructureerd opgenomen en uitgewerkt te worden en per deelaspect uitgewerkt te worden. Vervolgens dienen de effecten en de te treffen maatregelen in relatie tot de aspecten bodem en natuur (-ontwikkeling) in beeld gebracht te worden.

Aanvullend richtlijnenadvies (juli 2008)
De wijziging van het voornemen voor wat betreft de ruimtebehoefte en fasering van het bedrijventerrein acht de Commissie niet van invloed op haar advies van 18 december 2006. In het  aanvullend richtlijnenadvies beperkt de Commissie zich uitsluitend tot de uitbreiding van het bedrijventerrein met een voetbalstadion en aanverwant commercieel programma.

Voor besluitvorming over het stadion beschouwt de Commissie de volgende punten als essentiële informatie in het milieueffectrapport:

  • onderbouwing van de locatiekeuze van het voetbalstadion en aanverwant programma;
  • een onderbouwing van de bezoekersaantallen uitgesplitst naar de diverse planonderdelen en verdeling over de dag/week/jaar;
  • een verkeerskundige onderbouwing inclusief een weergave van de verwachte verkeersafwikkeling die aansluit op de bezoekersaantallen en de autonome ontwikkelingen in het gebied;
  • een parkeerbalans voor de diverse faseringen van het basisalternatief;
  • gevolgen voor de leefomgeving (luchtkwaliteit, geluid- en lichthinder).

Toetsingsfase (2010)
 Tijdens de toetsing heeft een gesprek plaats gevonden tussen het bevoegd gezag, de initiatiefnemer en de Commissie. Daar heeft de Commissie kenbaar gemaakt dat het MER naar haar oordeel op het onderdeel ‘natuur’ onvolledig is. Naar aanleiding hiervan is een aanvulling op het MER gemaakt.

De Commissie is van oordeel dat het MER en de aanvulling samen voldoende informatie bevatten om het milieubelang volwaardig mee te wegen in de besluitvorming over het bestemmingsplan. Echter, de aanvulling concludeert dat significant negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebied de Veluwe niet zijn uit te sluiten. Als dat daadwerkelijk het geval is, is voor besluitvorming over het bestemmingsplan ook een passende beoordeling nodig. De natuurinformatie die tot nu toe geleverd is voldoet niet geheel aan de eisen van een passende beoordeling.

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Paul van den Bosch
drs. Ferry van de Coevering
drs. Sjef Jansen
Theo Knottnerus

Voorzitter: drs. Hans Ouwerkerk
Werkgroepsecretaris: drs. Florentine van der Wind

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Gemeente Apeldoorn

Bevoegd gezag
Gemeente Apeldoorn

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C11.2 tot 1-4-2011: Aanleg bedrijventerrein >= 150ha

Bijgewerkt op: 10 jul 2018