3154. Oprichting biomineralenfabriek in Roosendaal
Biomineralen BV wil een fabriek oprichten voor de productie van mestkorrels. De korrels worden gemaakt van varkensmest waarbij de restwarmte van afvalverbrander SUEZ wordt gebruikt. De installatie gaat 150.000 ton varkensmest per jaar verwerken. Daarom is voor het besluit over de omgevingsvergunning een milieueffectrapport opgesteld. Het college van Roosendaal heeft de Commissie m.e.r. gevraagd het milieueffectrapport te beoordelen.
Procedure en adviezen
Toetsing |
---|
30-09-2016 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
04-11-2016 Kennisgeving MER |
04-11-2016 Ter inzage legging MER |
22-12-2016 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER |
09-02-2017 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Reactie Commissie m.e.r. op vragen gemeente |
Opmerkingen bij de advisering
Toetsingsadvies en de aanvulling op het advies
Het milieueffectrapport beschrijft de geuremissies van de fabriek goed en ook de onzekerheden daarbij. Berekeningen laten zien dat extra maatregelen moeten worden genomen om te kunnen voldoen aan de provinciale geurnormen. Biomineralen BV heeft aangegeven dat zij daarom een 40 meter hoge schoorsteen zullen plaatsen. De Commissie adviseert de gemeente een monitoringssysteem in te stellen dat klachten uit de omgeving over geur en gezondheid registreert en analyseert. Indien nodig kunnen dan extra maatregelen worden ingezet om onvoorziene hinder te beperken.
De Commissie vindt dat met het aangepaste rapport er nu goede en complete milieuinformatie beschikbaar is om een goed onderbouwd besluit over de omgevingsvergunning te kunnen nemen.
Toetsingsadvies
De Commissie concludeert dat de milieueffecten van de mesterwerking van biomineralen onvoldoende zijn onderbouwd. Voor de beschrijving van de effecten is de nieuwe installatie vergeleken met andere mestverwerkingsinstallaties. Het is niet duidelijk of deze installaties vergelijkbare rendementen en emissies hebben. De effecten op luchtkwaliteit, geur en natuur zijn daarmee onvoldoende onderbouwd. De Commissie adviseert daarom in een aanvulling deze onderbouwing alsnog te geven.
Zij adviseert om, indien nodig, ook maatregelen te beschrijven die de negatieve effecten beperken. Omdat het om een nieuwe techniek gaat zal vooraf geen volledige zekerheid gegeven kunnen worden over de effecten. Daarom is het uitwerken van een monitoringssyteem noodzakelijk. Dit systeem meet de emissies en registreert klachten over geur en gezondheid. De Commissie adviseert ten slotte ook maatregelen ‘achter de hand’ uit te werken die klachten in de toekomst kunnen voorkomen.
De gemeente Roosendaal heeft aangegeven een aanvulling op te stellen en deze voor toetsing voor te leggen aan de Commissie. De Commissie zal dan een definitief toetsingsadvies opstellen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Arjen Brinkmann |
dr. Henk Everts |
ir. Tilly Fast |
Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Roel Meeuwsen
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gemeente Roosendaal |
Bevoegd gezag |
---|
Gemeente Roosendaal |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant
Bijgewerkt op: 09 mrt 2018