869. Vinex-(woningbouw)locatie stadsgewest Amersfoort; Vathorst
Amersfoort wil in het gebied Vathorst een nieuwe woonwijk ontwikkelen en gaat daarbij van een hoog milieu- en kwaliteitsambitieniveau uit. De gemeente en een consortium van marktpartijen vormen tezamen de initiatiefnemer voor Vathorst. Vanwege het ambitieniveau en omdat de omvang van de stedelijke ontwikkeling substantieel groter zou kunnen worden dan in het streekplan is voorzien, wordt m.e.r. toegepast.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
15-03-1997 Datum kennisgeving |
15-03-1997 Ter inzage legging van de informatie |
20-05-1997 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
15-09-1998 Kennisgeving MER |
15-09-1998 Ter inzage legging MER |
16-09-1998 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
22-12-1998 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Voor de locatiekeuze van Vathorst is in het kader van het Streekplan Utrecht reeds een m.e.r. uitgevoerd. Het Streekplan werd vastgesteld in 1994. Omdat voor Vathorst een hoog ambitieniveau is geformuleerd en omdat de omvang van de stedelijke ontwikkeling substantieel groter zou kunnen worden dan in het streekplan is voorzien, heeft de initiatiefnemer be sloten tot het toepassen van milieueffectrapportage die in nauwe samenhang met het planvormingsproces wordt uitgevoerd. De m.e.r. wordt door de gemeente gezien als een (eerste) stap in het proces van bewaken en veiligstellen van de milieu-, energie- en duurzaamheidsaspecten in de planvorming en realisatie. Het MER zal daarom voor het vervolgproces ook een monitoringsprogramma met toetsingscriteria aanreiken.
Bij de toetsing oordeelde de Commissie dat de essentiële informatie aanwezig is om het mi lieubelang een volwaardige plaats te kunnen geven in de besluitvorming over het bestemmingsplan. In het MER en de diverse achtergrondrapporten wordt over allerlei milieuaspecten informatie gepresenteerd waarmee bij de totstandkoming van het ontwerp voor Vathorst rekening is gehouden. Wat betreft de recreatieve uitstralingseffecten van de woningbouwlocatie op Arkemheen constateert de Commissie dat deze in het MER worden onderschat. In dat verband wijst de Commissie op de van toepassing zijnde beschermingsformules uit het Structuurschema Groene Ruimte en de Europese Vogelrichtlijn. Dit gegeven, dat ook in diverse inspraakreacties naar voren wordt gehaald, dient bij de besluitvorming expliciet te worden betrokken. De gemeente heeft aangegeven de benodigde maatregelen te zullen nemen om te voorkomen dat de recreatiedruk op de natuurwaarden van Arkemheen toeneemt. Een motie van die strekking is door de Gemeenteraad aangenomen. Dat alles maakte de informatie in zijn totaliteit toereikend voor de besluitvorming over het voorliggende bestemmingsplan. De invloed op de natuurwaarden in Arkemheen dient naar het oordeel van de Commissie ook gemonitord te worden via het evaluatieprogramma. In het raadsbesluit wordt op deze punten ingegaan. Bij de inrichting van de noordrand het plan en bij de gebruiksmogelijk van de Laak wordt met Arkemheen rekening gehouden Tevens is voorzien in een globale aanvullende analyse van mogelijke effecten. De inhoud van een evaluatieprogramma voor dit gebied wordt niet expliciet aangegeven.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
mr. dr. Joost van Geest |
ir. Wim Keijsers |
ir. Bas de Koning |
dr. Diana Prins |
Voorzitter: mr. Jan-Willem Kroon
Werkgroepsecretaris: drs. Marja van Eck
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Amersfoort |
Bevoegd gezag |
---|
Amersfoort |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Utrecht
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C11.1 | tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007