979. Verdiepingen Veluwemeer en Wolderwijd (uitwerking MER Zand boven Water 2)
Rijkswaterstaat heeft het voornemen de vaarmogelijkheden voor de recreatievaart en beroepsvaart op het Veluwemeer en het Wolderwijd te verbeteren en de zandwinconcessie van Calduran in het Veluwemeer te verplaatsen.
Procedure en adviezen
Richtlijnen MER Zand boven Water 2 |
---|
22-09-1998 Datum kennisgeving |
22-09-1998 Ter inzage legging van de informatie |
30-11-1998 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing MER Zand boven Water 2 |
08-05-2001 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
11-05-2001 Kennisgeving MER |
11-05-2001 Ter inzage legging MER |
04-02-2002 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Toetsingsadvies II |
Richtlijnen MER Verdiepingen Veluwemeer en Wolderwijd |
08-03-2007 Adviesaanvraag |
14-06-2007 Advies uitgebracht |
Aanvullend richtlijnenadvies |
Toetsing MER Verdiepingen Veluwemeer en Wolderwijd |
17-02-2010 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
19-08-2010 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
Zand boven Water 2
In de periode 1998-2002 zijn richtlijnen vastgesteld voor deze m.e.r.-procedure, is het MER opgesteld en is een toetsingadvies uitgebracht. Hierin heeft de Commissie geadviseerd een aanvulling op het MER op te stellen, omdat zij van mening is dat niet alle benodigde (milieu)informatie voor de besluitvorming voorhanden was. In 2003 oordeelde het ministerie van Verkeer en Waterstaat dat het (bouw)grondstoffendossier niet meer tot haar kerntaken behoorde, waarmee de aanleiding tot (een aanvulling op) het MER ‘Zand boven water 2’ kwam te vervallen.
Verdiepingen Veluwemeer en Wolderwijd
Binnen het IIVR-kader heeft Rijkswaterstaat (initiatiefnemer) in 2005 ervoor gekozen de lopende m.e.r.-procedure ‘Zand boven water 2’ voort te zetten om ontgrondingen in het Veluwemeer en het Wolderwijd te kunnen realiseren. Dit door op basis van artikel 7.16 van de Wet milieubeheer een aanvulling op dit MER op te stellen.
In overleg met de betrokkenen heeft Rijkswaterstaat (bevoegd gezag) de Commissie verzocht om te adviseren over aanvullende richtlijnen. In dit advies richt de Commissie zich op de ontgrondingen in het Veluwemeer en Wolderwijd in tegenstelling tot de reeds uitgebracht advisering die betrekking heeft op ontgrondingen in het volledige IJsselmeergebied.
MER en aanvulling
De Commissie is van mening dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats bij de besluitvorming te kunnen geven.
Uit het MER en de aanvulling blijkt dat de verschillende IIVR-maatregelen er in samenhang toe leiden dat geen aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebied Veluwerandmeren optreedt. Voor overwinterende mosseletende (benthivore) watervogels treden per saldo nadelige effecten op. Aantasting van de natuurlijke kenmerken is echter niet te verwachten omdat deze aantallen watervogels zich ruim boven de instandhoudingsdoelstellingen bevinden.
De belangrijkste positieve maatregelen voor de ecologie zijn de verbetering van de Waterzuivering Harderwijk (WA.1) en de aanleg van de Groene Vangrail Polsmaten (NA.3). Deze maatregelen zijn al gerealiseerd voordat gestart wordt met IIVR-maatregelen met een negatief effect op de natuurwaarden. Het MER vermeldt daarnaast dat monitoring van de effecten op natuurwaarden zal plaatsvinden tijdens en na afloop van de werkzaamheden om te beoordelen of het voorspelde ecologisch evenwicht (zowel positieve als negatieve effecten) inderdaad in deze mate optreedt en of er noodzaak bestaat tot nadere mitigerende maatregelen. Het is belangrijk om deze maatregelen en een monitoringsprogramma op een goede manier in de vergunningen, het bestemmingsplan of op andere wijze zeker te stellen. Het MER en de aanvulling vermelden overigens diverse (extra) mitigerende maatregelen die de negatieve effecten voor natuur en omwonenden verder kunnen verzachten.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. Wibe Altenburg |
dr. Kick Hemker |
ing. Rob Vogel |
drs. Frank Wijnants |
Voorzitter: drs. Lambert Verheijen
Werkgroepsecretaris: drs. Sjoerd Harkema
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Flevoland |
Gemeente Dronten |
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Flevoland; Nederland, provincie Friesland; Nederland, provincie Gelderland; Nederland, provincie Noord-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C16.1 | tot 1-4-2011: Winning oppervlaktedelfstoffen >= 100ha |
Bijgewerkt op: 21 dec 2012