Thema Natuur

Veelgestelde vragen

Welke informatie over natuur moet ik beschrijven in een milieueffectrapport?

Het milieueffectrapport moet inzicht geven in de gevolgen van een voornemen op de natuur. Het rapport moet een algemeen beeld van de huidige situatie, de autonome ontwikkeling en de effecten op de natuur in het gebied geven. Wat dit juridisch betekent (wel of geen ontheffing of vergunning nodig) staat bij milieueffectrapportage niet centraal. Het rapport hoeft niet elke vierkante meter van het gebied te beschrijven en ook geen complete lijst van soorten op te nemen.

  • Om een goede basis voor de informatie voor natuur in het MER op te nemen, is het noodzakelijk om eerst een algemeen beeld van de natuur te geven, inclusief de verschillenden samenhangende deelgebieden. Geef daarom een globale landschapsecologische/ecohydrologische analyse van het studiegebied en maak onderscheid in deelgebieden met een verschillend karakter zoals [voorbeeld] en [voorbeeld]. 
  • Beschrijf de autonome ontwikkeling van de natuur in het gebied. 
  • Ga in op de ingreep-effect relatie tussen de voorgenomen activiteit en de aanwezige natuurwaarden in het studiegebied. Geef aan voor welke dieren en planten aanzienlijke gevolgen te verwachten zijn, wat de aard van de gevolgen is en wat deze gevolgen voor de populaties betekenen.
  • Beschrijf mitigerende maatregelen die de gevolgen kunnen beperken of voorkomen.

Gebiedsbescherming
Beschrijf de mogelijke invloed van het voornemen op beschermde natuurgebieden, zoals Natura 2000-gebieden en Natuurnetwerk Nederland (NNN). Maak onderscheid tussen de verschillende gebieden en geef hiervan de status aan. Bepaal ook voor activiteiten die niet in of direct naast een beschermd gebied liggen, in hoeverre het voornemen invloed kan hebben op een beschermd gebied (externe werking). Geef per gebied:

  • De grenzen van het gebied aan op kaart, inclusief een duidelijke ligging van het plangebied.
  • De afstanden van de voorgenomen activiteit tot de beschermde gebieden. Of kaarten met een duidelijke schaal waarvan dit is af te leiden.

Natura 2000-gebieden
Geef als er mogelijk significante gevolgen te verwachten zijn per Natura 2000-gebied:

  • De instandhoudingsdoelstellingen voor de verschillende soorten en habitats en of er sprake is van een behoud- of verbeterdoelstelling.
  • De actuele en verwachte oppervlakte en kwaliteit van habitattypen en leefgebieden voor soorten.
  • De actuele en verwachte populatieomvang van soorten aan de hand van meerjarige trends. 

Onderzoek of er gevolgen voor het Natura 2000-gebied zijn. Als op grond van objectieve gegevens niet uit te sluiten is dat het voornemen afzonderlijk of in combinatie met andere plannen, significante gevolgen heeft voor het gebied, dan is een Passende beoordeling nodig, waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. Bij plan-MER moet deze Passende beoordeling onderdeel uitmaken van het milieueffectrapport.

Onderzoek in de Passende beoordeling of met zekerheid gezegd kan worden dat het project de natuurlijke kenmerken van het gebied niet aantast. Uit jurisprudentie blijkt dat dit het geval is als er geen twijfel is over schadelijke gevolgen. Uit de wetgeving volgt dat een project of plan alleen kan doorgaan als zeker is dat de natuurlijke kenmerken niet worden aangetast, of de zogenaamde ADC-toets met succes wordt doorlopen. 

Voor veel gebieden is een natuurdoelanalyse (NDA) opgesteld, benut deze voor het MER. De NDA's bevatten naast de actuele staat van het gebied, ook veel inzichten in de werking van het natuurlijk systeem van het gebied in het landschap. 

Natuur Netwerk Nederland (NNN)

Beschrijf voor de NNN-gebieden in en rond het plangebied de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’. Onderzoek welke gevolgen het initiatief op deze kenmerken en waarden heeft. Voor de NNN geldt het ‘nee-tenzij’-regime. Geef aan hoe dit regime provinciaal is uitgewerkt in een toetsingskader. Beschrijf bij eventuele gevolgen welke mitigerende maatregelen mogelijk zijn.

Soortenbescherming
Beschrijf de beschermde soorten in het plangebied, waar zij voorkomen en welk beschermingsregime geldt. Ga in op de mogelijke gevolgen van het voornemen voor deze beschermde soorten en bepaal of verbodsbepalingen overtreden kunnen worden. Geef dan aan welke invloed dit heeft op de staat van instandhouding van de betreffende soort. Beschrijf mitigerende en/of compenserende maatregelen die eventuele aantasting beperken of voorkomen.