1450. Aanleg Maasvlakte 2

Aanleg van Maasvlakte 2 en winning van het benodigde ophoogzand op de Noordzee. Uitbreiding van het bestaande havengebied op Maasvlakte 2 met in totaal 1.000 hectare uitgeefbaar industrieterrein.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
23-08-2004 Datum kennisgeving
23-08-2004 Ter inzage legging van de informatie
22-10-2004 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
19-04-2007 Kennisgeving MER
19-04-2007 Ter inzage legging MER
23-04-2007 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
aanvullende toetsing
05-11-2007 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
05-12-2007 Toetsingsadvies uitgebracht
Aanvullend toetsingsadvies
Persbericht toetsing

Opmerkingen bij de advisering

Het MER Aanleg Maasvlakte 2 gaat over de gevolgen van het aanleggen van de landmassa en over de effecten van de winning van het benodigde zand op de Noordzee. Het MER Bestemming gaat over de effecten van de inrichting als industrieterrein. Het MER Aanleg en het MER Bestemming zijn, vanwege de verwevenheid van de procedures, tegelijkertijd ter inzage gelegd. De Commissie geeft één advies over beide MER’en.

Rondom Maasvlakte 2 ligt een aantal Natura-2000 gebieden, zoals de Voordelta, Voornes Duin en Solleveld & Kapittelduinen. De gevolgen van aanleg en inrichting hiervoor zijn onderzocht in een passende beoordeling die bij de MER’en is gevoegd.

De aanleg en inrichting van Maasvlakte 2 is een omvangrijk en complex project en de activiteiten spelen zich op de lange termijn af. Hierdoor zijn de effectvoorspellingen logischerwijs met onzekerheden omgeven. De MER’en spelen hier adequaat op in door het beschrijven van worst case scenario’s met bijbehorende maatregelenpakketten. Het MER voorziet daarom terecht in een uitgebreid monitoring- en evaluatieprogramma zodat zonodig aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden om effecten te voorkomen of te minimaliseren.

De Commissie heeft een toelichting/aanvulling gevraagd op een aantal punten. In de aanvulling is nieuwe informatie geleverd over de luchtkwaliteit en over de bodemopbouw in het zandwingebied, die niet beschikbaar was op het moment van publicatie van het MER.

Uit de aanvulling blijkt dat de achtergrondconcentratie fijn stof (PM10) in het plangebied lager is dan in het MER werd beschreven. Het MER en de aanvulling tonen aan dat door compenserende de maatregelen bereikt kan worden dat er geen verslechtering van de luchtkwaliteit als gevolg van Maasvlakte 2 optreedt. Het project voldoet daardoor aan het Besluit Luchtkwaliteit 2005 en daarmee tevens aan de recent gewijzigde Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen).
 
Uit de aanvulling blijkt ook dat de hoeveelheid slib in de zeebodem en daarmee de mate van vertroebeling tijdens de zandwinning lager is dan in het MER werd beschreven. Vertroebeling kan zorgen voor een slechte groei van schelpdieren, die het voedsel vormen voor de beschermde Eidereend. Uit de aanvulling blijkt dat de effecten op de Eidereend beperkt zijn.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

Alewijn Boogaard
dr. Norbert Dankers
mr. dr. Annelies Freriks
prof. dr. Piet Hoekstra
ir. Johan de Jong
drs. Rob Lambeck
prof. dr. Nienhuis
ing. Rob Vogel

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: ir. Marijke Bremmer

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C13.0 tot 1-4-2011: Landaanwinning, droogmakerij, indijking >= 200ha
C16.2 tot 1-4-2011: Continentaal plat: winning oppervlaktedelfstoffen >= 500ha

Bijgewerkt op: 23 nov 2018